Van de Heuleplaats naar de Hoge dreef. Ter hoogte van de Lage Dreef doorsnijdt de Heulebeek de straat en maakt de straat een bocht naar het oosten. De Heulebeek is samen met de omgeving van de historische hoeve het hof van Heule en de Preetjesmolen (Hogedreef), beschermd als dorpsgezicht bij M.B. van 9 juni 1995. Deze sterk meandereende beek heeft een een belangrijke rol gespeld in het onstaan van Heule en was cruciaal voor de ontwikkeling van de vlasindustrie. De vallei van de Heulebeek met gras- en akkerland is vrij goed bewaard gebleven. De Zeger van Heulestraat maakt reeds van oudsher deel uit van het stratenpatroon. In de 19de eeuw behoorde de straat tot de Hoge dreef. In 1860 kreeg het westelijk deel de naam (Kleine) Harelbekestraat en het oostelijk deel de Statiestraat zie aanwezigheid station. Vanaf 1981 Zeger van Heulestraat genaamd. Heden voornamelijk woonfunctie. Vroeger ook commerciële functie met wijkwinkels en herbergen. Aan de Heulebeek lag de loodwitfabriek De Clerck, gesticht in 1863 door Paul Lagae-Crombrez en in 1894 overgenomen door de familie De Clerck.

Heterogeen straatbeeld, met zowel arbeiders- en burgerhuizen als villa's, teruggaand tot de 19de eeuw. Ook verscheidene herbergen onder meer nummer 18, zogenaamd "In Cuerne", met eenvoudige bakstenen lijstgevel en casement met opschrift, en nummers 57, 83 en 85. Breedhuizen van één à twee bouwlagen en verschillende traveebreedte. Overwegend eenvoudige bakstenen lijstgevels geaccentueerd door onder meer het gebruik van zwarte baksteen (nummers 7, 13, 87), witte sierbaksteen (nummer 27) of muizentandfries (nummer 15). Ook woningen met een typerende poorttravee, nummer 29-31. Ook enkele woningen met bepleisterde gevel onder meer nummer 10. Nummer 36, met typische getoogde vensters in geprofileerde omlijsting. Nummer 41, met centrale deurtravee oplopend in dakvenster.