Aan een industriezone grenzende, lange straat ten zuiden van het centrum, tussen de Schaarbeeklei en de Budasteenweg op de grens met Neder-over-Heembeek. Aangelegd op privé-initiatief in 1596, volgens sommige bronnen in 1545, als verbindingsweg met de hoofdstad. In de onmiddellijke omgeving, tussen de Willebroeksevaart en de Zenne, bevond zich in de periode 1887-1919 de springstoffenfabriek Favier, in de volksmond "'t Poeierke"; op 31 mei 1919 deed zich een zware ontploffing voor waardoor de fabriek en de omliggende wijk nagenoeg geheel vernield werden. Volgens oude prentkaarten voorheen met vrij homogene, twintigste-eeuwse arbeidersbebouwing, thans meer gedifferentieerd door renovatie en vernieuwbouw; enkele vrij authentieke voorbeelden zijn de nummers 65-67, 69-71, volgens kadastrale gegevens uit het begin van de jaren 1930, en de gedeeltelijk aangepaste nummers 165, 167, 169, 171, bestaande uit diephuizen met gecementeerde puntgevels onder zadeldaken van mechanische pannen, uit het eerste kwart van de twintigste eeuw. De muuropeningen zijn rechthoekig of licht getoogd. Nummer 165 is thans gedecapeerd en voorzien van nieuwe muuropeningen. Het gelijkaardige pand nummer 56 draagt in de top het geschilderde jaartal 1897 en werd op het kadaster geregistreerd in 1898.
- Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Vilvoorde 1898/46 (nummer 56).
- CALDERON A., Historiek der straten van Vilvoorde, Leuven, 1993, p. 129-130.