Plein ten zuidoosten van de Grote Markt met beeldbepalende inplanting van de gotische Onze-Lieve-Vrouw-van-Goede-Hoopkerk.
Voorheen heette dit plein Square du Chastel-Andelot, sinds 1948 Heldenplein. In 1888 deed graaf Raymond du Chastel afstand van het terrein tussen de Zenne en de kerk, om in de as van de Stationlei een openbaar park aan te leggen, dat vanaf 1891 de benaming "Square du Chastel-Andelot" kreeg. Dit terrein had een grootte van 3850 vierkante meter. Op het gedeelte tussen de Lange Molenstraat en de Tuchthuisstraat werd in 1923 een monument opgericht voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog, waaraan de latere benaming "Heldenplein" zou ontleend worden. In 1969 werd dit monument overgebracht naar het stedelijke kerkhof aan de Mechelsesteenweg nummer 263, om op de vrijgekomen ruimte een toegangsweg naar de nieuwe vaartbrug aan te leggen. In 1971 was bijgevolg ook de parkaanleg volledig verdwenen. De nieuwe vaartbrug, de zogenaamde "Europabrug" werd geopend in 1972. De noordzijde van het plein wordt gedomineerd door de gotische Onze-Lieve-Vrouw-van-Goede-Hoopkerk, Portaelsplein, die tot het begin van de twintigste eeuw ten noordoosten volledig was begrensd door het begijnhof met een eigen boomgaard en kerkhof, hoewel de begijnen al sinds de Franse Revolutie verdwenen waren. In het begin van de twintigste eeuw, meer bepaald in 1904 werden de resterende gebouwen van het begijnhof openbaar verkocht en volledig gesloopt.
Ten opzichte van het centrum vormt het plein een excentrisch gelegen convergentiepunt van de Schaarbeeklei, de Vuurkruisenlaan, de Lange Molenstraat, de Jean-Baptist Nowélei en de Stationlei. Te midden van dit drukke verkeersknooppunt, dat via de Vuurkruisenlaan een directe verbinding biedt met de vaartbrug, ligt een rotonde met het bronzen beeld van een "Boerenpaard". De gedeeltelijk vrij gaaf bewaarde pleinwanden sluiten qua uitzicht aan bij de neostijlen en het eclectisme uit het einde van de negentiende of het begin van de twintigste eeuw, nummer 22 met jaartal MCMV (1905), evenals nummer 18 met neotraditionele reminiscenties; nummer 10 met kleurige sgraffitopanelen refereert aan de art nouveau.
- BIESEMANS L., Vilvoorde: ons heden is zijn verleden. Van begijnen en karmelietessen, Vilvoorde, 1990.
- CALDERON A., Historiek der straten van Vilvoorde, Leuven, 1993, p. 137-139.
- VERHEYDEN A.L.E., Vilvoorde in oude prentkaarten deel I, Zaltbommel, 1972, nummers 50-56.
- VERHEYDEN A.L.E., Vilvoorde in oude prentkaarten deel II, Zaltbommel, 1979, nummers 76-77.
- Voorkrant, in Vilvoordse Stadskrant, Driemaandelijks Infomagazine, juni 2002, jaargang V, p. 2.