De straat is genoemd naar de plaatsnaam Driehoeven, vanwege de drie belangrijke hoeven, die tot midden 19de eeuw de enige bebouwing vormden in dit gedeelte van de gemeente tussen de Bocholterkiezel en de Zuid-Willemsvaart. Het waren het Hermanshof, een leen van de prins-bisschop van Luik, voor het eerst vermeld in 1595 als eigendom van Willem Hermans, pastoor van Opoeteren; het Steyvenhof, ook De Venne genoemd, een leen van de prins-bisschop van Luik, voor het eerst vermeld in 1318 als eigendom van Jan van Venne, in 1457 eigendom van het kapittel van Aldeneik, en daarom ook wel Heren van Aldeneikhof genaamd; en het Swennenhof of hof van den Venne. Van deze drie hoeven restte in de 19de eeuwd alleen het thans nog bestaande Swennenhof. De voorheen onbebouwde omgeving is nu volledig ingenomen door recente wijken.
De grote lenen in het Kwartier Maaseik-Stokkem en Bree, in Maaslandia,, Rekem, 1984, pagina 62
JANSSEN de LIMPENS K.J.T., Leen- en laathoven in de Maaslandse territoria voor 1795, Maastricht, 1974, pagina's 95, 96.
MAES S.F., De geschiedenis van Bree. De gemeente van de oudste tijden tot aan de Franse Revolutie, 1952, pagina's 222-226.
Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)