Gelegen in het oosten van Duffel-Oost tussen Hoogstraat en Oude Liersebaan en tevens kern van het gelijknamige gehucht.

Circa 1850 bestond het huidige gehucht uit verspreide hoeven en twee zeer landelijke woonkernen: Itterbeek in het noorden, langs de oude baan naar Lier en Klapdorp in het zuiden, op het einde van de huidige Hoogstraat. Eén der hoofdteelten was vlas. Schuin tegenover de huidige Wandelingstraat werd in 1842 een molen opgericht die afkomstig was van Heffen, de "Slijkmolen" of "Schorshaegenmolen"; vernield tijdens een windhoos in 1908. In 1878 werd de Mijlstraat, als eerste straat van de omgeving gekasseid en ontstond een degelijke verbinding met Duffel-centrum; in 1870 werd een gemeenteschool opgericht, in 1879 gevolgd door een vrije school en in 1894 door de officiële erkenning van de parochie met een voorlopige kerk, die reeds in gebruik was van 1893 en centraal gelegen was tussen beide woonkernen; vanaf 1899 had het gehucht zijn eigen kerkhof op de Hellevelden tegenover de huidige Maalderijstraat; in 1904 werd de huidige kerk ingewijd.

Landelijk karakter tot op heden bewaard: vrij veel vrijstaande villa's vanaf 1950 en recente eengezinswoningen van het rijhuistype, naast eenvoudige dorpswoningen uit het eerste kwart van de 20ste eeuw en verspreide hoevetjes uit de 19de en 20ste eeuw ; nummer 31 met bewaarde schuur van hout en wijmen. Nummer 296: voormalige "herberg en landbouwerswoning", heden aangepast hoekpand met typische hoekafschuining, waarvoor bouwaanvraag van 1903.