Hier bevond zich de Gebruggenmolen, een watermolen op de Bosbeek. Het was een dubbelmolen, oliemolen en korenmolen. De naam verwijst naar een thans verdwenen gehuchtsnaam, Gebruggen; in de buurt lag ook het Gebruggenbos, eigendom van de graaf van Loon, dat hij in 1267 aan het thans verdwenen klooster van de Godsberg schonk. Waarschijnlijk behoorde de oorspronkelijke molen tot de schenking van graaf Arnold VI aan Godsberg. Hij wordt voor het eerst vermeld in 1446. In 1622 koopt Peter Peters hem van Daniel van Meeuwen. De molen is aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77) als een complex met losstaande bestanddelen, onder de benaming Brecker Molen. Ook aangeduid in de Atlas van de Buurtwegen (1845). De plaats waar de molen stond, word thans nog alleen aangeduid door het gedeeltelijk bewaarde, betonnen sluiswerk.
CUPPENS H. & W. SMET, Limburgse watermolens. Molens op de Aabeek-Bosbeek en Itterbeek, St.-Niklaas, 1980.
MAAS P.J., Geschiedenis van Neeroeteren, Roeselare, 1905-06, p. 146.
PEETERS P., Gebrugge-molen, (Oosters Jaarboek, 5, 1997, p. 151-157).
Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)