De Houwstraat vormt de kern van het gehucht De Houw. Dit gehucht heeft een merkwaardige structuur: het is een straatdorp gelegen in een droogdal van het Kempisch Plateau, haaks op de vallei van de Bosbeek. Gezien het grote hoogteverschil tussen de dalbodem en het plateau, en de steile noordwand, stijgend van 60 meter naar 80 meter, bleef de bebouwing noodgedwongen beperkt tot de weststraatzijde.
Merkwaardig is ook dat de hoeven, die de bebouwing van het gehucht uitmaken, langgestrekt of tweeledig, wat afgelegen van de straat gebouwd zijn, en ermee verbonden door hun privé-oprit. Vele van deze hoeven hebben een oude kern, zoals aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77) en in de Atlas van de Buurtwegen (1845). Het grootste gedeelte werd echter ingrijpend verbouwd.
Een andere bijzonderheid in het gehucht is het overvloedige gebruik van Maaskeien in de gebouwen: dit materiaal kwam bij het ploegen in de onmiddellijke omgeving in grote hoeveelheden naar boven, en vormde een traditioneel bouwmateriaal. Het gehucht ontstond waarschijnlijk bij een latere ontginning vanuit de nederzettingen in de eigenlijke vallei van de Bosbeek. Het vormde samen met het gehucht Dorne één kwartier van de gemeente, dat bestuurd werd door een eigen burgemeester. Op juridisch gebied ressorteerde het samen met Dorne onder de schepenbank van Rotem.