Het eerste gedeelte van de Weg naar As behoort tot het gehucht Aartshouw (nummer 1); het laatste gedeelte vormt de kern van het gehucht Dorne.
Dorne is het meest zuidelijke van de reeks gehuchten die zich in de vallei van de Bosbeek uitstrekken. Tijdens het ancien régime vormde het samen met De Houw één van de twee kwartieren van de gemeente, en had een eigen burgemeester. Dorne en De Houw ressorteerden op juridisch gebied niet onder de schepenbank van Opoeteren maar onder die van Rotem.
Dorne bezat van oudsher een kapel. Mogelijk stond hier zelfs het oudste kerkje van Opoeteren, namelijk de Sint-Odilia- of Sint-Oolkapel. Of dit de kapel is die op de plaats van de huidige Sint-Donatuskapel stond is niet duidelijk. Sinds 1947 is Dorne een zelfstandige parochie.
In Dorne bevond zich een watermolen op de Bosbeek aan de huidige Dornermolenweg, aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77); de oprichting ervan zou opklimmen tot de 14de eeuw; het was een graanmolen, banmolen van de prins-bisschop. Hij werd afgebroken in 1940.
CUPPENS H. & SMET W., Limburgse watermolens. Molens op de Aabeek-Bosbeek en Itterbeek, St.-Niklaas, 1980.
DAAMEN J., Lang...hièl lang gelieje, (Utersjank, 1, 2, 3, 1984-85-86-87, p. 8-15; 23-29; 13-17; 23-29; 15-20; 19-22).
WILLEMS C., St-Ool te Opoeteren, (Limburg, 5, 1923-24, p. 88).
Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)