De Brouwersstraat werd tussen de 14de en de 17de eeuw de "Langen Bruel" genoemd en bestond aanvankelijk uit twee delen: de Predikherinnenstraat, die liep van aan de Lei tot aan de Fonteinstraat, en de Peperstraat, het gedeelte tussen de Fontein- en de Ridderstraat. De Langen Bruel lag net buiten de eerste omwalling en was van de stad afgesloten door de Minnepoort: een poort onder een ronde toren die in het begin van de 17de eeuw zodanig vervallen was, dat men besloot het geheel tot op muurhoogte af te breken. Dit bleef zo tot in 1762 toen ook de rest van de Minnepoort gesloopt werd.
De Brouwersstraat werd genoemd naar de brouwerijen die er gevestigd waren en gedurende lange tijd het straatbeeld grotendeels beïnvloedden: "De Ram", later "De Gulden Arent" (Brouwersstraat 7), "De Grote Rozelaar" (ter hoogte van de "Corten Bruel", de huidige Pieter Coutereelstraat) en "De Goudsbloem", de brouwerij van coöperatieve "De Proletaar" die gevestigd was ter hoogte van de Fonteinstraat aan de zijde van het Bruulpark. Dit park werd in 1957 gecreëerd op een gedeelte van het domein van het voormalig Klooster van de 11.000 Maagden (Halvestraat).
De bebouwing van de Brouwersstraat was aanvankelijk vooral geconcentreerd aan de Minnepoort, maar werd vanaf de tweede helft van de 19de eeuw voornamelijk met arbeiderswoningen uitgebreid naar de Donkerstraat tot aan de Ierse Predikherenstraat. De verbreding van de straat ter hoogte van de Fontein- en de Donkerstraat maakten van de Brouwersstraat algauw een invalsweg.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)