De Lei - sinds het midden van de 14de eeuw bekend als Leyem, Leyam of Leye - is gelegen tussen de Dijle en de resten van de eerste stadsomwalling (12de eeuw) aan het Handbooghof. De Dijle bereikte ter hoogte van de Lei haar laagste punt, waar een constante stroming gegarandeerd was. Hierdoor was het een uitgelezen vestigingsplaats voor brouwerijen. In de 18de eeuw, toen het brouwersambacht de belangrijkste handelsactiviteit van Leuven vormde, waren aan de Lei een zestal brouwerijen gevestigd, waaronder "den Ancker" (Lei 7) en "De Hopbloem" (Lei 19). Tot het begin van de 20ste eeuw was de Lei slechts een kleine doorgang naast de Lei- of Amolen (zijde Brusselsestraat) en vormde ze de westelijke begrenzing van één van de oudste wijken van Leuven: de Slachthuiswijk. Deze wijk werd omstreeks 1911 gesaneerd kwam in een stroomversnelling na Wereldoorlog I. Ook voor de Lei had de sanering gevolgen: de bocht van de Dijle werd ingekort, de Dijle werd gekanaliseerd en de Aa - een zijarm van de Dijle - werd aangepast aan de nieuwe situatie. Met staatssteun en onder toezicht van de commissie voor Wederopbouw, werd de Lei aan de oostzijde verbreed (1918). De historische bebouwing aan de westzijde - niet opgenomen in het saneringsplan - bleef behouden. Deze westelijke straatwand met geknikte rooilijn, is een markante getuige van de historische evolutie van de straat. Het oudste relict wordt gevormd door de bijgebouwen van "de Donderbus" (Brusselsestraat 90-92), een minstens tot de 16de eeuw opklimmende versteende houtbouw. Hierop volgen "Den Ancker" in traditionele bak- en zandsteenstijl (zie Lei 7), en de barokke patriciërswoning "de Jongen Sint-Jacob" (Lei 19). De andere woningen, doorgaans drie bouwlagen hoog onder licht verspringende kroon- en daklijsten, zijn voornamelijk huizen met oudere kernen die veelal in de eerste helft van de 19de eeuw met lijstgevels aangepast werden. Tot de eerste helft van de 20ste eeuw werd het straatbeeld hier bepaald door wit bepleisterde of gekaleide gevels, zoals de gevelwanden ter hoogte van de Dijle.
De Lei nummers 3-31, werd in 2000 bij ministerieel besluit beschermd als stadsgezicht, met inbegrip van vier monumenten: Lei 7, 13, 15 en 19.
AROHM Vlaams-Brabant, Leuven: Archief Monumenten en Landschappen, Beschermingsdossier (27.01.2000).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)