Het marktplein is 1 hectare groot. Het kreeg zijn huidige, vierkante vorm in de 18de eeuw, toen alle aanpalende panden op één rooilijn werden geplaatst.
Het oorspronkelijke stadhuis, Dat Gewanthuys (1550), met lakenhal, bevond zich ongeveer in het midden van de markt, in het kwartdeel gelegen tussen het verlengde van de Bosstraat en de Eikerstraat, met de voorgevel naar de Hepperstraat; het gebouw wordt voor het eerst vermeld in 1347. Het was eigendom van de graaf van Loon en later van de prins-bisschop van Luik, die het aan de stad verhuurden; vandaar dat het ook Herenhuis genoemd werd. Het gebouw diende niet alleen als lakenhal, maar ook als banale brouwerij (Paanhuis), als raadhuis voor de magistraat en als vergaderplaats der ambachten.
Het gebouw moet circa 30 meter lang geweest zijn en was gebouwd op palen, zodat onder het gebouw een ruime, overdekte marktplaats lag, de zogenaamde craemplaetsen onder het stadhuys, die jaarlijks door de stad aan plaatselijke handelaars werden verpacht. Beneden bevonden zich ook nog de Waag en de waeckcamere of Courtegarde (corps-de-garde), de plaats van de wacht. Langs een trap tegen de voorgevel bereikte men de bovenverdieping. Daar bevonden zich de raadskamer, de schepenkamer, de ambachtskamers, en de lokalen van de schutterijen. Hierboven bevond zich een zolder, die door de stad aan particulieren verpacht werd, en aan de voorkant stond een toren waarin zich het stadsuurwerk bevond.
Dit oude stadhuis was in het midden van de 18de eeuw zo bouwvallig geworden, dat de prins-bisschop in 1752 besloot het te laten slopen. Vanaf 1754 wordt het huis Den Halven Maen op de markt gehuurd als stadhuis. In 1768 wordt het huis Den Groenen Schildt (confer nummer 1) gekocht om als stadhuis te dienen.
Bij de grote brand van 1684, ontstaan bij de wal aan de Hepperpoort, werden een groot aantal huizen op de markt verwoest; het vuur kon overmeesterd worden bij De Spiegel (nummers 48-49).
Het standbeeld van de gebroeders van Eyck vervangt een eik die van 1797 tot 1870 in het midden van de markt stond.
De huidige lindebomen op de markt dateren van 1862 en vervangen de linden die in 1755 waren geplant door burgemeester Peter Geuns.
- BOONEN M., Huisnamen te Maaseik, 1980, p. 47-48, 67.
- HENDRICKX M., Het Maaseiker marktplein, (De Tijdspiegel, 20, 1965, p. 166).
- JANSSEN R. & SANGERS W., Gids voor de stad Maaseik binnen de wallen, 1984.
- MERSCH G. in: Maaseik. Ontstaan en groei van een grensstad, Antwerpen, 1994, p. 79-95.
- SANGERS W., De Bokkerijders te Maaseik.