De Janseniusstraat werd genoemd naar Cornelius Jansenius (1585-1638), theoloog en president van het Hollandcollege (voormalig hotel Uten-Lieminghe, heden Paridaensinstituut), en was tot voor kort bekend als Broekstraat, een naam die al in 1347 gebruikt werd en verwijst naar het veenachtige karakter dat het gebied eertijds had. De straat lag volledig extra muros en werd van het stadsgebied afgesloten door de Broekstraatpoort, een stadspoort in de eerste omwalling die grensde aan het hotel Uten-Lieminghe en afgebroken werd in 1769. De Janseniusstraat vertrekt van aan het Pater Damiaanplein en loopt in een bochtig en licht hellend tracé naar de Kapucijnenvoer. Achter de brug over de Dijle kruist ze het Redingenhof en wat verder de R. Vander Vaerenlaan.

Het eerste straatgedeelte - van het Pater Damiaanplein tot de Dijlebrug - is gekasseid en wordt volledig ingenomen door het Paridaensinstituut (pare zijde, zie Pater Damiaanplein 9) en het Iers College (onpare zijde, zie Janseniusstraat 1), waarvan de oudste vleugel schuin op de straat is ingeplant en voorafgegaan wordt door een ommuurd voortuintje. De straat heeft hier een vrij gesloten karkater, enerzijds door de hoge gevelwanden en anderzijds door de om de bocht doorlopende bebouwing die het perspectief afsluit.

Eens aan de Dijlebrug verandert het straatbeeld: het luchtbombardement van 1944 veegde ganse gebouwengroepen weg, waardoor een open ruimte ontstond die in de jaren 1950 en '60 opnieuw bebouwd werd met vrijstaande appartementsgebouwen en rijwoningen op de nieuwe rooilijn aan het Redingenhof. Tussen de eerder bescheiden rijwoningen verder in de straat staan enkele grote studentenresidenties, waaronder "Regina Mundis" (1961, J. Maloens).