Het Pater Damiaanplein is een langgerekt, rechthoekig plein dat aan de noordelijke en zuidelijke zijde doorsneden wordt door respectievelijk de Parijs- en de Schapenstraat, aan de oostzijde uitloopt op de Sint-Antonius- en de Ramberg, en aan de westzijde op de Janseniusstraat en de Boghe, een brandgang die naar de Dijle leidt. Het plein stond in de 13de eeuw bekend als Ledige - of lage - Plaats, een ten opzichte van de Naamsestraat veel lager gelegen en hellende plaats waarop volgens Van Even (1895) een houten graanhal zou gestaan hebben. In 1293 schonk hertog Jan I van Brabant de plaats aan de stad op voorwaarde dat ze nooit zou bebouwd worden. Het plein werd toen al enkele decennia gebruikt als vee- of varkensmarkt, en staat onder die naam ook in verschillende archivalische bronnen vermeld. Vanaf 1813, toen de verkoop van vee verhuisde naar het pas aangelegde Sint-Jacobsplein, werd het plein gebruikt als pluimveemarkt en Kiekenmarkt genoemd. In diverse bronnen werd het plein ook aangeduid als Pottekensmarkt of Sint-Antoniusplaats. Het Pater Damiaanplein kreeg zijn huidige naam na 1936, toen het stoffelijke overschot van Jozef Deveuster (1840-1889) of Pater Damiaan, bijgezet werd in de voor die gelegenheid door V. Broos ontworpen crypte onder de Sint-Antoniuskapel.
Al eeuwenlang wordt het beeld van het Pater Damiaanplein sterk bepaald door de Sint-Antoniuskapel, de bakstenen tuinmuur en het achterin gelegen Iers College (Janseniusstraat 1) en het Hollandcollege of hotel Uten Lieminghe (Pater Damiaanplein 9). De begeleidende bebouwing van burgerhuizen met bepleisterde lijstgevels in (neo)classicistische stijl - zoals het ensemble aan de Ramberg nr. 29 - had tot ongeveer halfweg de 20ste eeuw een eenvormig en sterk 19de-eeuws karakter. De ontpleistering van alle gevels, schaalvergrotende nieuwbouw en de afbraak van het gebouwenblok aan de hoek met de Parijsstraat, hebben het Pater Damiaanplein tot een eerder heterogeen geheel omgevormd.
Vermeldenswaardig is de in ons straatbeeld inmiddels zeldzaam geworden, rood geschilderde postbus in gietijzer op de hoek met de Parijsstraat.
MEULEMANS A., Oude Leuvense straten en huizen. Het Pater Damiaanplein, in MGLOKO, nr. 7, 1967, p. 3-9.
UYTTERHOEVEN R., Leuven Weleer. Naar de Biest en tot aan de Westhelling: Brusselsestraat, Kapucijnenvoer, Fonteinstraat..., deel 5, Leuven, 1989, ill. 24 c/d, 27a, 27b, 29c, 29d/e, 30a/d.
VAN EVEN E., Louvain dans le passé et dans le présent, Leuven, 1895, p. 223-224.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)