De Predikherenstraat dankt haar naam aan het in 1233 gestichte en in 1797 opgeheven predikherenklooster (Onze-Lieve-Vrouwstraat), en werd reeds in 1356 in archiefteksten vermeld als "platea Predicatorum". Op 17de- en 18de-eeuwse plannen (Blaeu, 1649 en Ferraris, 1777) is de Predikherenstraat situeerbaar binnen de eerste omwalling, als verbinding met de Steenstraat - het eerste gedeelte van de Brusselsestraat - met het Predikherenklooster in de huidige Onze-Lieve-Vrouwstraat. Het is een vrij smalle verbindingsweg die naar het klooster toe afbuigt en over haar gehele lengte langs de Dijle loopt. Historisch gezien zijn aan de Predikherenstraat -afgezien van haar nauwe binding met het Predikherenklooster - belangrijke namen verbonden. Guy Morillon, secretaris van Karel V, liet er zich in de 16de eeuw een rijke patriciërswoning bouwen (nr. 20), vlakbij de ingang naar het klooster. Jan Peltz, afkomstig uit Westfalen, verleende zijn naam aan het Peltzcollege, dat na zijn door in 1584 in zijn woning (nr. 10) werd ondergebracht. Het was bestemd voor een president en tien studenten in de theologie, artes of de rechten.
Alhoewel de stadsstructuur in de onmiddellijke omgeving verstoord werd door de tomeloze expansiedrang van grootschalige functies (Boerenbond, klinieken), vormt de Predikherenstraat een oase van rust wat onder meer het gevolg is van de exclusieve woonfunctie die doorheen de eeuwen werd gehandhaafd. De vrij smalle, gekasseide Predikherenstraat met haar licht gebogen tracé is bovendien één van de meest gaaf bewaarde en karakteristieke straatjes van Leuven.
De vroegere toegang tot het kloosterdomein, een met blokwerk versierde, barokke inrijpoort uit de 17de eeuw, met daarachter de oprijzende toren van de Onze-Lieve-Vrouw-ten-Predikherenkerk, geeft het straatje richting en vormt tevens een visuele en ruimtelijke begrenzing.
Qua structuur wordt het straatbeeld bepaald door een rijke variëteit in woningtypes - overwegend twee verdiepingen hoog en met bepleisterde of gekaleide gevels - zodat een menselijke schaal bewaard bleef. Afgezien van de latere aanpassingen of verbouwingen dateren de meeste woningen uit de 16de en 18de eeuw, waarbij de oudste geconcentreerd zijn aan de pare straatzijde, en de bebouwing langs de onpare zijde aan de Dijle grenst.
De Predikherenstraat werd in 1986 beschermd als stadsgezicht.
Afdeling ROHM Vlaams-Brabant, Archief Monumenten en Landschappen, beschermingsdossier (13.10.1986).
BOONEN W., De geschiedenis van Leuven geschreven in de jaren 1593 en 1594, Leuven, 1880, p. 340-341.
MEULEMANS A., Atlas van Oud-Leuven, Leuven, 1981, p. 16, 36, 186, 182, 185.
PEETERS M., Gids voor Oud-Leuven, Antwerpen, 1983, p. 59-61.
UYTTERHOEVEN R., Leuven Weleer. Naar de Biest en tot aan de Westhelling: Brusselsestraat, Kapucijnenvoer, Fonteinstraat...., deel 5, Leuven, 1989, ill. 43a/b/c, 44a/b, 45, 46a/b.
VAN EVEN E., Louvain dans le passé et dans le présent, Leuven, 1895, p. 219-220.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)