De Schapenstraat werd volgens Van Even genoemd naar de daar gehouden schapenmarkt. In 14de-eeuwse documenten wordt ze als Legestrate of Ledigestrate aangeduid en vanaf de Franse periode als Benedenstraat in tegenstelling tot de hoger gelegen Naamsestraat. Ze loopt in een bochtig en licht dalend tracé van het huidige Pater Damiaanplein naar de Tervuursevest, en kruist daarbij de Zwarte Zustersstraat, de Karmelietenberg en de St.-Beggaberg, die op een driehoekig pleintje in de Schapenstraat uitloopt. Tot het einde van de 18de eeuw werd met de naam Schapenstraat het eerste straatgedeelte intra muros aangeduid, gelegen tussen het Pater Damiaanplein en de Wolvenpoort, met inbegrip van het eerste deel van de Redingenstraat. De Wolvenpoort bevond zich ter hoogte van het pand nr. 30-32 en werd wegens zijn slechte staat in 1779 verkocht en afgebroken. Een gedenksteen, geflankeerd door twee van de oorspronkelijke poort afkomstige wolven in half-reliëf, draagt een slecht leesbaar opschrift, volgens Van Even "luporum . par . quod . portae / lupinae . huic . olim . loco / contiguae . antequam / senatus . jussu . abhinc / biennio . destrueretur / imminebat . in . hunc . parietem / ob . memoriam . translatum / fuit . an . dom . MDCCLXXXI / collegium . dalense.". Het tweede straatgedeelte extra muros heette Begijnenstraat en liep van aan de Wolvenpoort, langs het Begijnhof tot aan de voet van de Sint-Quintensberg. Het laatste deel van de Schapenstraat werd pas in 1895 aangelegd en was voordien bekend als Hove, het landelijke gedeelte dat zich ten zuiden van het Begijnhof en ten westen van de Sint-Kwintenskerk uitstrekte.
Het beeld van de Schapenstraat is zeer gevarieerd: het eerste straatgedeelte tot aan de Zwarte Zustersstraat is vrij smal, bochtig en dicht bebouwd, en heeft daardoor een vrij gesloten karakter. Dit beeld verandert ter hoogte van het Begijnhof, waar de lage begijnhofmuur en de achteruitliggende poort en de Sint-Jan-de-Doperkerk het blikveld opentrekken. In het laatste straatgedeelte wordt het ruimtegevoel vooral versterkt door de aanzienlijke straatverbreding en door het open perspectief op de Sint-Kwintenskerk en het omringende kerkhof. Ook de bebouwing varieert sterk en gaat van kleine volkswoningen met al dan niet oudere kernen die in de loop van de 19de en 20ste eeuw werden aangepast (nrs. 23-25, 47-49, 86 en 89-91), over bescheiden rijwoningen (nrs. 8-14, 69, en 112-120, 117 en 123) en ruimere burgerwoningen (nrs. 21, 30-32), naar grote complexen waarvan de studentenresidentie Holleberg (nr. 37), het Zwartzusterklooster (Zwarte Zustersstraat 2) en het Groot Begijnhof de belangrijkste zijn. Beeldbepalend zijn bovendien de hoge bakstenen tuinmuren van het Van Dalecollege ter hoogte van de voormalige Wolvenpoort, en van het Amerikaans College aan de kruising met de Karmelietenberg, de muur van het Groot Begijnhof en die van het kerkhof rond de Sint-Kwintenskerk.
Vermeldenswaardig is de meermaals verbouwde herenwoning, nrs. 30-32, die volgens Van Even opgetrokken werd op het terrein van de in 1779 afgebroken Wolvenpoort en op de begane grond getypeerd wordt door een poort en een deur in een eenvoudige omlijsting van blauwe hardsteen (tweede helft 19de eeuw) en rechthoekige vensters in laat-18de-eeuwse, zandkalkstenen platte bandomlijstingen met trapeziumvormige sluitstenen.
VAN EVEN E., Louvain dans le passé et dans le présent, Leuven, 1895, p. 103-106, 221, 224-225.
MEULEMANS A., Oude Leuvense straten en huizen. De Schapenstraat, in Mededelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Leuven en Omgeving, nr. 7, 1967, p. 85-96, 167-177.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)