De Meerstraat, vertrekkende aan de Beigemsesteenweg ter hoogte van de Kerselarendries, doorsnijdt de gemeente van zuid naar noord, maakt op het einde een hoek van 90° en vervoegt de Beigemsesteenweg opnieuw ter hoogte van het gehucht Coppendries. In de 16de eeuw was de straat gekend als Merstraete, in de 17de eeuw als Meirstrate en in de 19de eeuw als Meerstraat (zie Lindemans, kaartboek van de gemeente en de abdij circa 1690 en 1699 en Poppkaart, circa 1860).
Eertijds deel uit makend van de belangrijke historische as tussen Brussel en de Rupel in Ruisbroek die zich in Beigem in twee takken splitste, de huidige Beigemsesteenweg en Meerstraat, om elkaar nadien weer te vervoegen. Oorspronkelijk bevond de splitsing zich ten noorden van de kerk; in de 20ste eeuw verlegd naar de Kerselarendries waardoor het doorgaande verkeer uit de dorpskom werd geweerd.
De tramlijn Laken-Humbeek over Strombeek-Bever, Grimbergen en Beigem van 1889 volgde te Beigem de Meerstraat. De tramhalte bevond zich tussen de huidige Hof van Obbergenstraat (vroeger Stationsstraat) en Rotsartlaan. In 1961 werd de lijn afgeschaft.
Tot omstreeks 1950 was er enkel bebouwing op het gehucht Coppendries en ter hoogte van de windmolen (Neerkensweg). Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het gehucht volledig verwoest en vrij snel heropgebouwd. In het tweede kwart van de 20ste eeuw werd een herdenkingskapel opgetrokken (nummer 199). De omhaagde begraafplaats ter hoogte van de Obbergenkouter, werd circa 1925 in gebruik genomen.
- SLACHMUYLDERS, Th. H.A., Fragmenten uit het verleden van Beigem, Grimbergen, 1990, p. 68-70.
- VERBESSELT, J., Het Parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e eeuw, deel III, Tussen Zenne en Dender, deel II, Pittem, 1964, 160-161.