Loopt met een recht straattracé van de Oude Kortrijkstraat naar de Benedictijnenstraat. De straat begint bij het brugje over het Sint-Trudoledeken, volgens J. De Smet en H. Stalpaert in 1275 vermeld als "de cleene Steenbrugghe". De naamgeving, sinds de aanleg van de straat, komt er op vraag van de onderwijzer Antoon Witteryck die het Esperanto bestudeerde.

De straat is, samen met de Oude Kortrijkstraat, een restvak van de oude Kortrijkse Heerweg, die reeds in 1283 wordt vermeld. Deze smalle, kronkelende weg was eertijds de verbinding, vanaf de Katelijnepoort, tussen Brugge en Kortrijk. In 1735 legt de stad Brugge, tussen de Katelijnepoort en de toenmalige stadsgrens (binnen de Paallanden) een nieuwe, rechte verbinding (zie Baron Ruzettelaan) aan.

Heterogeen straatbeeld. De oudste bebouwing zie nummer 1, hoorde bij de Sint-Trudo-abdij. De overige bebouwing is een combinatie van breed- en diephuizen, soms opgevat als eenheidsbebouwing.

Eenvoudige baksteenarchitectuur, sommige met historiserende elementen, zie geblokte ontlastingsbogen. Enkele zijn gedateerd door middel van muurankers. Nummer 21 van "1924" heeft een roodbakstenen lijstgevel in eenvoudige historiserende stijl en is centraal doorbroken door een dakvenster met traptop. Horizontale gevelbelijning, kroonlijst met modillons. Nummer 12 is een industrieel gebouw uit de jaren 1920-1930, de strak opgebouwde roodbakstenen lijstgevel is opengewerkt met rechthoekige muuropeningen.