Invalsweg vanaf Buiten Kazernevest tot op het grondgebied Damme en verder in de richting van Gent. De Maalse Steenweg of staatsbaan N9, is de enige belangrijke verkeersader van Sint-Kruis. De weg verbond oorspronkelijk de stad Brugge rechtstreeks met het grafelijk kasteel van Male (nu langs de Pelderijnstraat). De huidige weg volgt slechts gedeeltelijk het oorspronkelijke tracé (tussen Kruispoort- Fortuinstraat en Vossensteert-Lodewijk van Malestraat) van de vroegere Antwerpse Heerweg, vóór die werd rechtgetrokken en gekasseid in 1769. Vanaf de Pelderijnstraat volgt de heerweg verder het oude tracé (zeker teruggaand tot de Middeleeuwen, maar eventueel nog ouder) via de huidige Antwerpse heerweg. De huidige Veltemweg en Pelderijnstraat blijven als relict van de oude heerweg bestaan. De nieuwe baan maakt vanaf 1778 deel uit van de rijksweg over Sijsele, Maldegem en Eeklo naar Gent en vervangt daarmee de oude Gentse Heerweg vanaf de Gentpoort over Oedelem naar Gent (zie Assebroek). Op de Poppkaart (1842) wordt de weg dan ook aangeduid als "Steenweg van Brugge naer Gent". Het bochtige stuk langs het kasteel van Male (zie Pelderijnstraat) wordt, vermoedelijk vlak na de Tweede Wereldoorlog, afgesneden door een rechte verbinding. De kasseiweg, met bomen aan de zijkanten en huizen met voortuintjes, wordt eind van de jaren 1960 verbreed en geasfalteerd. Door de heraanleg verdwijnen alle voortuintjes.
Aan de zuidkant gaf de Maalse Steenweg toegang tot de landgoederen "Beaupré" (zie Beaupréstraat), "Veltem" (zie Veltemweg), "Bouchoute" (zie Bouchoutelaan), "Rijkevelde" (zie Holleweg) en vertrokken er wegen naar Sijsele (zie Boomkwekersstraat) en Oedelem (zie Margareta van Vlaanderenstraat). Aan de noordkant liggen nog de domeinen van "Puienbroek" (zie Puienbroeklaan nummers 35-37), "Les Viviers" (nummer 488) met de Malevijver en het voormalige kasteel van Male, heden in gebruik als abdij (zie Pelderijnstraat nummer 14). Langs de oude steenweg situeerden zich van west naar oost verschillende herbergen waarvan sommige reeds vermeld in de 14de eeuw: "De Arend" (bestaat nog steeds, zie Driekoningenweg), "Het Schaak", "De Drie Koningen", "De Fortuin", "Vormezele" en "De Schrobak" (zie Veltemweg), "De Vossesteert" en op Male "De Roos" en "Het Stadhuis" (zie Pelderijnstraat). De meeste herbergen verdwijnen door heraanleg van de staatsweg in de jaren 1960, enkele krijgen een andere functie (Het Stadhuis). Aan de noordkant, tussen de Schaakstraat, Doornhut en Brieversweg, is er reeds in de 18de eeuw sprake van een militair oefenterrein. In 1810 bevestigt een keizerlijk decreet de aanwezigheid van een oefenveld, ten behoeve van de militairen gelegen aan de Kazernevest (zie Brugge 18nb). In de jaren 1930 maakt de zweefvliegvereniging "Club Brugeois d'Aviation" gebruik van het terrein. De gronden worden vanaf de jaren 1970 ingenomen door distributiebedrijven. Een klein deel blijft eigendom van de zeemacht (zie Brieversweg en Leopold Debruynestraat). Tussen de Kruispoort en de Fortuinstraat bouwen enkele gegoede families in de tweede helft van de 19de en eerste helft van de 20ste eeuw buitenhuizen en landwoningen. Deze zijn nu meestal vervangen door moderne winkelruimtes (nummers 23, 64) of worden ingebouwd (nummer 21, in 1990), het sobere huis nummer 216, ontworpen door architect Albert Van Robays (Sint-Kruis) dateert van 1936. Rond de eeuwwisseling vestigen zich aan de noordkant enkele bedrijven; onder meer in 1909 de mouterij en brouwerij Gambrinus (heden nummer 66) en de Union Cotonnière, beiden met gebouwen palend aan de Driekoningenweg. De oude landweg evolueert in de loop van de 20ste eeuw tot een drukke verkeersweg. Reeds in het Interbellum duiden de aanwezigheid van enkele (nu verdwenen) garages en verkeersstations, gebouwd in een modernistische stijl, op het groeiend belang van de auto en het recreatief gebruik ervan. De garages staan ingeplant op prominente plaatsen zoals de garages Sint Hubert, op de hoek met de Prins Albertstraat, en ter hoogte van het huidige nr. 358, op de hoek met de Doornhut. Tussen de Vossensteert en de Engelendalelaan ligt, tussen 1934 en de jaren 1960, het "Chalet de Maele", een paviljoen met parkeerplaats en speelpark voor kinderen en scholen die zich komen verpozen in de groene omgeving. Enkel het café "De Spar" (nummer 375) is uit die periode bewaard gebleven. Heden wordt de weg gekarakteriseerd door lintbebouwing met huizen (rijwoningen of alleenstaand), distributiebedrijven, garages en appartementen. Het appartementsgebouw nummer 198-200, zogenaamd "RESIDENTIE D'HAENENS", dateert van 1972 en valt op door de sobere lijnvoering en natuursteenparement. Vanaf de Doornhut is er een meer open bebouwing met aan de noordkant residentiële huizen gelegen in het vroegere Park van Male. Aan de zuidkant bevinden zich enkele (voorheen grafelijke) meersen, met het brongebied van de Maleleie en palend aan het natuurgebied van Rijkevelde. De sterk verbouwde voormalige hoeve, nummer 471 en de lage boerenarbeiderswoning nummer 487, gelegen in de meersen tegenover het kasteel "De Vijvers", staan reeds aangeduid op de kaart met de baronie van Male, een kopie uit 1822 van kaarten uit 1712 en 1787. De voormalige hoeve nummer 523 met losstaande bestanddelen uit de eerste helft van de 19de eeuw, staat op de Poppkaart (1842) en ligt aan de rand van het Rijkeveldebos; heden in gebruik als en aangepast in functie van een jeugdheem.
- Rijksarchief Brugge, Verzameling kaarten en plannen, nummer 531.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 1033/0148, 1909; nummer 1044/0917, 1936.
- CAFMEYER M., Sint-Kruis, oud en nieuw, 1970, p. 25.
- DUYCK R., Sint-Kruis, geschiedenis van de Brugse rand, 1987, pagina's 41-44, p. 78-79.
- KEMEL Y., Vijf eeuwen herberg Het Schaak in Sint-Kruis, in Brugs Ommeland, jaargang 38, nummer 1, 1998, p. 25-37.
- SCHOTTE B., Executies van soldaten in Brugge (1778-1787), in Brugs Ommeland, jaargang 38, nummer 1, 1998, p. 47.
- SCHOUTEET A., De straatnamen van Brugge. Oorsprong en betekenis, 1977, p. 136.
- VERBEKE M., Bijdrage tot de geschiedenis van Veltem, in Arsbroek, jaargang 7, 1990, p. 5.
- ZWARTJES L., Sint-Kruis: van landelijke tot verstedelijkte gemeente. Eindwerk KUL, 1986, p. 92.