Rechte verbindingsstraat tussen de Moerkerkse en de Maalse Steenweg. Genoemd naar Albert I (1875-1934), de kleinzoon van Leopold I, en koning van België tussen 1909-1934.
De aanleg, circa 1614-1630, van de verdedigingsgordel met gebastioneerde versterkingen maakt de verbinding van de Kruispoort naar Sint-Kruis niet meer mogelijk. Tot 1840, met de nieuwe aanleg van de Moerkerkse Steenweg, fungeert de Prins Albertstraat via de Maalse Steenweg als toegangsweg naar het dorp van Sint-Kruis. In de volksmond ook Vestingstraat genoemd. De straat blijft onbebouwd tot het laatste kwart van de 19de eeuw. In 1871 aanwezigheid van een hooiopslagplaats voor legerpaarden (zie Driekoningenweg), de straat wordt daarom ook nog als Fouragierstraat aangeduid. De voederopslagplaats verhuist in het begin van de 20ste eeuw naar de Maalse Steenweg (zie nummers 39-41). Vanaf het eind van de 19de tot in de eerste helft van de 20ste eeuw geleidelijk aan volbouwen van de straat. In de eerste helft van de 20ste eeuw telt de straat verschillende herbergen onder meer georiënteerd op de soldaten van de nabijgelegen kazerne aan de Kazernevest. Daarnaast enkele tuinbouwbedrijven.
Heden woonstraat met aaneengesloten bebouwing, huizen van twee à vier traveeën meestal onder zadeldak. De oudste huizen zijn burgerwoningen gelegen aan de oostkant van het tweede straatdeel, onder meer nummers 38-40 van 1899 en nummer 54 van 1898. Daarnaast hoofdzakelijk eenheidsbebouwing van rond de eeuwwisseling met eenvoudige arbeidershuizen, zie nummers 2-12. Nummers 44-50 hebben verankerde lijstgevels en muuropeningen met vlakke omlijstingen. Opvallend in het straatbeeld was het grote aantal, nu meestal verdwenen, beraapte gevels (zie nummer 3).
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 1031/0007, 1898; nummers 1031/0022 en 0027, 1899; nummer 1032/0054, 1903.
- SCHOUTEET A., De straatnamen van Brugge. Oorsprong en betekenis, 1977, p. 173.