Natuurgebied van 131 hectare gelegen in de zandstreek en bestaande uit loof- en naaldbossen afgewisseld met heidegebied, graslanden en akkers. Het domein ligt op het grondgebied van Assebroek, Damme-Sijsele en Oedelem. Enkel een strook van 6 hectare aan de noordkant, het huidige reservaat "De Schobbejakshoogte", hoort bij Sint-Kruis. In het bos ligt het kasteel van Rijkevelde (1913-1929) en een kasteel met hoeve teruggaand tot de 16de eeuw (zie Damme-Sijsele).
Geologisch maakt Rijkevelde deel uit van zandig binnen-Vlaanderen. Tijdens de Jongste Ijstijd (circa 100.000-10.000 jaar geleden) worden zandruggen gevormd die zich van west naar oost uitstrekken tot in de Antwerpse Kempen. Onder meer Rijkevelde, en meer westwaarts de "Bergskens" (zie Assebroek), horen tot deze gordel en worden getypeerd door zandige landduinen. Door ontbossing in de Middeleeuwen evolueren de gronden naar woeste, onvruchtbare gebieden met typische heidebegroeiing. Vaak worden deze woestenijen met het achtervoegsel -veld aangeduid. Over de oorsprong van de naam is er geen eenduidigheid. Het Oudengelse "ryge", in de betekenis van rogge, zou verwijzen naar de vroegere aanwezigheid van roggevelden. Een andere interpretatie slaat op de zandruggen, waarin het woordje "rug" refereert aan een verhevenheid in het landschap.
Archeologische vondsten wijzen op bewoning in de prehistorie. In de 6de eeuw zouden de landerijen eigendom van Siedsu zijn, een Frankische boer, van wiens naam eerst Siedsele en later Sijsele zou zijn afgeleid. In de 9de eeuw komt het gebied in handen van de eerste graaf van Vlaanderen (864-879). In de 16de eeuw bestaat het domein hoofdzakelijk uit bossen met enkele stukken woest land. Het kasteel met hoeve, gelegen aan de huidige zuidrand van het bos, dateren eveneens uit de 16de eeuw. De bossen worden vanaf de 18de eeuw ontgonnen voor landbouwactiviteiten, op de kaart van Ferraris (1770-1778) staat het gebied getekend met weide-, akker- en bosgronden. Tussen 1861 en 1863 legt de maatschappij "Chemin de fer d'Eecloo à Bruges" de spoorlijn Brugge-Maldegem-Eeklo aan. Op het einde van de 19de eeuw worden enkele heidegronden met bomen beplant. Het neogotisch kasteel met park en vijver wordt opgetrokken tussen 1913 en 1929 in opdracht van Raphael Gillès de Pélichy, de familie bewoont het kasteel tot 1946. Circa 1950 wordt een groot deel van het bos militair domein. In 1956 wordt het kasteel de zetel van de Stichting Ryckevelde, een Europees en internationaal vormings- en informatiecentrum. Einde van de jaren 1970 verwerft de stad Brugge het kasteel met park, maar geeft het in erfpacht aan de Stichting. De in onbruik geraakte spoorweg wordt in het begin van de jaren 1960 uitgebroken. Waters en Bossen koopt in 1979 76 hectare van het domein aan en stelt het bos open voor het publiek. 50 hectare, gelegen in het westelijk stuk, blijft militair domein. De oude spoorwegbedding wordt in het begin van de jaren 1980 aangelegd als fiets- en wandelpad. Circa 1988 wordt het gebied "De Schobbejakshoogte" als reservaat herkend en ingericht, doch blijft eigendom van het leger. Ten westen van het reservaat ligt een klein afgesloten stuk zogenaamd "'t Wit zand".
Opgenomen als ankerplaats in de landschapsatlas, de spoorlijn Brugge-Eeklo is opgenomen als lijnrelict. Langs de spoorlijn bevinden zich enkele oude hakhoutstoven van eiken.
Bron: GILTÉ S. & VAN VLAENDEREN P. met medewerking van DENDOOVEN K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeente Sint-Kruis, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL21, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Van Vlaenderen, Patricia
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Sint-Kruis
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Rijkeveldestraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/8894 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.