Kronkelende landelijke weg vanaf de Koekelaerestraat tot aan de grens met Koekelare. Als tracé reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778). De benaming is afgeleid van de "Vijvermolen", waarvan de naam voor het eerst wordt vermeld op de Ferrariskaart. Deze houten staakmolen werd in 1935 afgebroken. Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) wordt de molen aangeduid met het bijhorende gehuchtje "Vijvermolen" ter hoogte van de aansluiting van deze weg met de Vijvermolenbeek. In 1846 telde dit gehuchtje zo'n 130 inwoners. In het begin van de 19de eeuw ontwikkelt er zich echter een tweede gehuchtje, het zogenaamde "Putsarmoede" bij de aansluiting met de Koekelarestraat, zie Atlas der Buurtwegen. Dit laatste gehucht leeft thans nog voort een een kleine concentratie van arbeidershuisjes van één à anderhalve bouwlaag (zie Vijvermolenstraat nummers 1 en 24).
VANDENBUSSCHE L., Leke en zijn verleden, Zingem, 1978, p. 253.
Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)