Geografisch thema

Damse Vaart-Oost (Hoeke)

ID
9244
URI
https://id.erfgoed.net/themas/9244

Beschrijving

De Damse Vaart is ongeveer 14 km lang en zorgt voor een verbinding via het water tussen de steden Brugge en Sluis over Damme, Oostkerke, Hoeke en Lapscheure. Het kanaal kent zijn oorsprong in het begin van de 19de eeuw. Napoleon onderneemt in 1810 een poging om Duinkerke en Breskens (aan de Westerschelde) te verbinden door een kanaal. De bestaande kanalen Duinkerke-Veurne-Nieuwpoort-Plassendale-Brugge dienen met een nieuw kanaal Brugge-Damme-Sluis-Aardenburg-Breskens vervolledigd te worden. Plaatselijke werklieden en Spaanse krijgsgevangenen graven hiertoe de "Damse Vaart" of het "Napoleonkanaal". Gedeelten van dit nieuwe kanaal worden in de bedding van bestaande rivieren aangelegd: voorbeeld de Reie tussen Brugge en Damme, en de oude Zwinbedding ten oosten van Damme. Dit is het geval op het grondgebied van Hoeke, dat is ontstaan langs de noordelijke oever van het Zwin, dankzij de vissers- en (later) havenactiviteiten. Op andere plaatsen wordt een nieuwe bedding uitgedolven. Bij de val van Napoleon (in 1814 te Waterloo) is het nieuwe kanaal tot aan het fort Sint-Donaas te Lapscheure gerealiseerd. In 1829 is er het plan om het kanaal (zoals oorspronkelijk voorzien was) verder door te trekken tot in Breskens, om een betere afwatering van de polders te realiseren. In 1830 breekt echter de Belgische onafhankelijkheidsstrijd los, waardoor dit plan niet wordt uitgevoerd. Pas in 1858 wordt het kanaal onder impuls van de stad Sluis doorgetrokken tot in de Sluise haven. In 1862 wordt de vaarverbinding tussen Brugge en Sluis opengesteld. Als waterweg krijgt het kanaal Brugge-Sluis nooit een grote betekenis. Er was beperkt vervoer van landbouwproducten (zoals suikerbieten) of bouwmaterialen (gebakken stenen van de voormalige steenbakkerij te Hoeke-Lapscheure). De passagiersverbinding tussen Brugge en Sluis, met diverse aanlegplaatsen onderweg, vormde eertijds het belangrijkste verkeer te water. Het meeste succes kende de toeristenboot tussen Brugge en Sluis, met tussenaanleg in Oostkerke en Damme. Deze boot vervoerde niet alleen toeristen, maar ook heel wat landbouwers die met eigen producten naar de markt in Brugge trokken. Met het opblazen door de Franse genietroepen in 1940 van de "sifons" te Oostkerke ging de mogelijkheid tot transport op de gehele Damse Vaart tot het verleden behoren. Deze sifons zorgden ervoor dat het water van de twee afleidingskanalen Leopold- en Schipdonkkanaal onder de Damse Vaart door vloeide. Het bouwwerk werd niet meer heropgericht, waardoor de Damse Vaart nu onderbroken wordt door bovenvermelde kanalen.

Het kanaal loopt door Hoeke ten zuidoosten van de dorpskern en vormt een belangrijke toeristische troef voor het dorp. Langs de oevers staan naar het oosten buigende populierenrijen, een beeldbepalend lineair element in het landschap. In Hoeke lopen langs beide dijken van het kanaal verharde straten, die allemaal "Damse Vaart" als straatnaam hebben, aangevuld met een windstreek (noord en oost) naargelang hun ligging. De dorpskern is vanuit het westen (Brugge, Damme) met de auto bereikbaar via Damse Vaart-Oost, waarbij men via een brugje ter hoogte van de Oude Westkapellestraat het kanaal kan oversteken om Hoeke te bereiken. Damse Vaart-Noord is grotendeels voorbehouden aan fietsers en wandelaars.

De bebouwing langs de Damse Vaart concentreert zich in Hoeke aan de noordkant (zie Damse Vaart-Noord). Aan de zuid-oostkant bevindt zich vlakbij de dorpskern een samenstel van drie eenvoudige bakstenen woningen uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, onder meer "Café 't Visserke" met achterliggende "Camping Hoeke" (nummers 10-12). In de meest oostelijke hoek, ten oosten van de Natiënlaan, is de voormalige steenbakkerij van Hoeke en Lapscheure te situeren. De steenbakkerij "De Fonseca-Maenhout" was een bedrijf dat ook buiten Hoeke en Lapscheure bekendheid verwierf en een belangrijke werkgelegenheid betekende voor de gemeente. De steenbakkerij was actief vanaf 1909 tot in het derde kwart van de 20ste eeuw.

  • Aanwijzende fotografische inventaris van de drie rechterlijke kantons Brugge, Brussel, 1965, p. 380.
  • Dit is West-Vlaanderen, deel 2, Sint-Andries, 1960, p. 960.
  • SCHOTTE P., Het kanaal Brugge-Damme-Sluis of de Damse Vaart, in Brugse Gidsenkroniek, jg. 35, 2002, p. 55-58.

Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Damme, Deel I: Stad Damme, Deelgemeenten Hoeke, Lapscheure en Moerkerke, Deel II: Deelgemeenten Oostkerke, Sijsele en Vivenkapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL17, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Damse Vaart-Oost (Hoeke) [online], https://id.erfgoed.net/themas/9244 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Damme

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.