Centrum van het middeleeuws stadsgedeelte. De naam Markt-"Merct" komt voor sedert 1310, in de 16de eeuw werd het adjectief "grote" eraan toegevoegd, ter onderscheiding van de "Kleine Markt" aan het eind van de Kammenstraat.
Het forum of fossatum werd in 1220 door hertog Hendrik I aan de stad geschonken. Het strekte zich uit van de huidige Maalderijstraat tot aan de Melkmarkt. Het was bedoeld als gemeenschapsgrond. Hier werden ook de jaarmarkten van Sinksen en Bamis gehouden.
Lange tijd was de Grote Markt veel dichter bebouwd. In 1713-1714 werd de zuidzijde verbreed door afbraak van achtentwintig huizen hierdoor verdween het "Maanstraatje", gelegen tussen het gesloopte huizenblok en de huidige zuidzijde. Het westelijk deel werd ingenomen door het oude Schepenhuis en de Lakenhal, later door particuliere woningen. Begin 20ste eeuw werd het vrijgemaakt, waardoor de "Peerdstraat" verdween. Een platsoen werd aangelegd met middenin het bronzen beeld van de Buildrager door Constantin Meunier (omstreeks 1885) onthuld in 1950. Tot 1882 werd het midden van de Grote Markt ingenomen door de Vrijheidsboom. Deze werd in 1887 vervangen door de bronzen Brabofontein van Jef Lambeaux. De blikvanger van de Grote Markt was en is het Stadhuis.
Tot eind 19de eeuw boden de noord- en zuidzijde van de Grote Markt een totaal ander uitzicht: de hoeken van Braderijstraat en Wisselstraat waren bebouwd (respectievelijk tot 1889 en 1860); met uitzondering van het nummer 7 zagen de meeste huizen op de noordzijde er heel wat soberder uit, bijvoorbeeld de nummers 3 en 9 waren lijstgevels, het nummer 11 een onversierde puntgevel. Op de zuidzijde waren de lijstgevels in de meerderheid, de meeste met oude kernen te herkennen aan muurankers, de dakvorm en dakkapellen, aangepast in eenvoudige 19de-eeuwse stijlen.
In 1895 ontving de stad het legaat R. Joostens onder andere ter verfraaiing van de gevels op de Grote Markt waarbij getracht werd door restauraties, wederopbouw en imitatieve begeleidingsarchitectuur, aan het Antwerpse forum zijn vroegere luister terug te geven. Deze tendens hield aan tot in de naoorlogse periode, met een laatste realisatie in 1969. De noordzijde en het nummer 44 op de zuidzijde werden vrij gereconstrueerd in de periode van het vierde kwart van de 19de eeuw tot het eerste kwart van de 20ste eeuw: de nummers 13, 15 en 19 sluiten aan bij de reconstructiemode van de zuidzijde uit de jaren 1947-1957 (zie ook Gildekamersstraat). De meeste reconstructies betreffen alleen de voorgevel; de inwendige verdeling werd doorgaans bewaard zoals deze bestond einde 19de eeuw. Van de zogenaamde gildehuizen der Grote Markt zijn alleen de nummers 5, 7, 21, 24, 38 en 40 vrijwel authentiek
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent. Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)