Landelijke weg ten oosten van Moerkerke, in L-vorm verlopend van de Kleverstraat/Schipdonkvaart-Zuid tot voorbij de Crabeelsdreef, waar de straat doodloopt. Tracé reeds op kaart van Pieter Pourbus aangeduid (1561-1571). Genoemd naar "Leestjens", een leengoed en kasteel met landerijen, op de grens tussen Middelburg en Moerkerke, gesticht in 1400. Naam van het leen verwijst naar het grondplan van het gebouw dat de vorm had van een schoen, en leeft door als naam voor de buurt, een herberg en bruggen. De Leestjesbruggen waren tot in de 19de eeuw de bruggen over de Lieve nabij het voormalige Leestjeskasteel; nu is het de benaming voor de bruggen die de Natiënlaan over de Leopolds- en Schipdonkvaarten leiden. Het doodlopende oostelijke uiteinde van de Leestjesstraat loopt door in de richting van de verdwenen abdij Zoetendaele op de grens met Middelburg. Aan het andere uiteinde van de straat bevindt zich het "Hof Raepschot" (Leopoldsvaart-Oost nummer 2), een groot woonhuis, verbouwde hoeve, dat teruggaat tot het "Rapsgoed".
Dit was een onderleen van het "leen van 57 gemet" en werd aangeduid als een "huis van plaisance"; eerste vermelding op de kaart van Sanderus (1641). De bebouwing langs de straat bestaat uit verspreide hoeves, waarvan de meeste met oude kern. Voorbeelden zijn nummer 2, zogenaamd "Leestjeshoeve", oorspronkelijk langgeveltype met hoogkamer en 18de-eeuwse deuromlijsting met blauwgrijze baksteen, nu zwaar verbouwd; nummer 4, hoeve met losstaande bestanddelen, zijnde boerenhuis en stal, in een zijgevel van het 19de-eeuwse boerenhuis zijn fragmenten van een oudere gevel met vlechtingen bewaard; nummer 8, hoeve met losse bestanddelen met nieuw woonhuis, Devliegher vermeldt 18de-eeuwse tegelbekleding van de schouw (Bijbelse onderwerpen) in het voormalige boerenhuis.
DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel IX, Brugge, 19929, kl. 458-463; deel XIII, Brugge, 1932, kl. 290.
DEVLIEGHER L., De Zwinstreek, in Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 4, Tielt, 1970, p. 140 (Leestjesstraat nrs. 3, 4, 6).
Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Damme, Deel I: Stad Damme, Deelgemeenten Hoeke, Lapscheure en Moerkerke, Deel II: Deelgemeenten Oostkerke, Sijsele en Vivenkapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL17, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)