Een brede, rechte weg die loopt van het domein Male naar Damme. In 1269 verleent Margareta van Constantinopel toestemming aan de stad Damme om water uit de grafelijke vijver te Male (Sint-Kruis) te betrekken en een nieuwe kraan nabij de Sint-Joriskapel op te richten, dit omdat het drinkwater omheen de stad teveel zout bevatte. Hiervoor wordt de Male Leie aangelegd, ook genoemd "Ons heeren leye van Vlaenderen" of "Maelscher Leye", grosso modo parallel lopend met de straat "Malelei" en de Oude Damse Weg. Voor het onderhoud van de ondergrondse leidingen wordt een brede weg van Male naar Damme getrokken, de Pijpeweg, genoemd naar de loden buis waarlangs het water vier km ver loopt naar de verscheidene stadsfonteinen of pompen. Ter hoogte van de zogenaamd "Stenen Heule" komen de Pijpeweg en de Male Lei samen. Deze waterleiding is één van de eerste voorbeelden van overheidszorg voor drinkwatervoorziening in de middeleeuwse steden. Eerste vermelding van de straatnaam in 1350.
Schaarse bebouwing, onder meer nummer 2, zogenaamd "Riethagen", 19de-eeuwse hoeve met losstaande witgekalkte bestanddelen onder pannen zadeldaken.
DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel IX, Brugge, 1929, kl. 458-463; deel XIII, Brugge, 1932, kl. 151-153.
Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Damme, Deel I: Stad Damme, Deelgemeenten Hoeke, Lapscheure en Moerkerke, Deel II: Deelgemeenten Oostkerke, Sijsele en Vivenkapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL17, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)