Straat, vertrekkend aan de Ruggestraat (gehucht Rugge), gelegen ten oosten van het centrum. Het gehucht staat reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778). Straat met verschillende vertakkingen, na de knik naar het zuiden volgt ze het tracé van de Rijtgracht, aangeduid met knotwilgen. Het begin van de straat is langs beide zijden bebouwd, vanaf de kruising met de gracht is enkel de noordzijde bebouwd.

Voornamelijk landelijke bebouwing, verschillende hoeves veelal met vernieuwde parementen en aangepaste muuropeningen, onder meer nummer 23, hoevetje uit het einde van de 19de eeuw met bewaarde stalvleugel en schuur. Nummer 49, met bewaarde eenbeukige dwarsschuur.
Verder ook verschillende vrijstaande lage arbeidershuisjes, waarvan er enkele verbouwd zijn tot villaatjes. Tevens ook enkele met aangepaste muuropeningen of vernieuwd schrijnwerk, onder meer nummer 7, opgetrokken in betonplaten, nummer 13, met muurkapelletje in zijpuntgevel, nummer 17, verfraaid door fries, nummer 37 en nummer 57 met aflijnende fries met uitgelengd dropmotief.