Tussen J. Capronstraat en Colaertplein. Vroeger Stationslaan genoemd, en na de Eerste Wereldoorlog Maarschalk Fochlaan naar de opperbevelhebber van de geallieerde legers in 1918. Rechte straat aangelegd in begin 1900 na het slechten van de westelijke vestingmuur en het dempen van de aansluitende Boterplas, in het kader van de uitbouw van het stationskwartier (zie Colaertplein). Voornamelijk woonfunctie met middelgrote en grote burgerwoningen; ook herbergen. In de jaren 1960, bouw van de overdekte veemarkt aan de westelijke straatzijde, op de hoek bij de Goesdamstraat.
Basisbebouwing: breedhuizen van twee à drie bouwlagen onder al of niet geknikt zadeldak of mansardedak, uit het begin van de jaren 1920. Eén diephuis: nummer 20, gedateerd 1923 door middel van gevelstenen in de geveltop; links, laag koetshuis met twee korfboogpoorten.
Bouwmaterialen: baksteen; plint of sokkel vaak van arduin en/of Atrechtse zandsteen. Gebruik van simili- en/of Euvillesteen onder meer voor vensterconstructies en parementen.
De zogenaamde "wederopbouwstijl" is eclectisch en vermoedelijk in de lijn van de vooroorlogse architectuur. Eenheidsbebouwingen onder meer: nummer 40-46, 28-32, 36-38. Dominerende neogotische stijlelementen bij nummer 20, 28-32, 34 zie verankerde trapgevels onder meer van risalieten en dakvensters, en "traditionele" bouwonderdelen als stenen kruiskozijnen opgenomen in getoogde rond- of korfbogige nissen onder meer bij nummer 28, 34 met bakstenen traceerwerk. Tussen nummer 38 en 40: bakstenen tuinmuur met rondboogpoort van woning gelegen aan de Maloulaan, geritmeerd door muurvlakken onder overkragend rondboogfries en belijnd door veelhoekige "kantelen" waartussen hekken. Neorococo geïnspireerd zijn de schuin tegenover elkaar gelegen herberg- én hoekpanden nummer 1 en 24 zie de geblokte begane gronden en de getoogde muuropeningen opgenomen in bakstenen vlakke omlijsting met sluitsteen en belijnende druiplijst. Nummer 10 met schuchtere art-deco-inslag zie de halfronde erker van de tweede bouwlaag aansluitend bij het dakvenster voorzien van puntgevel bekroond met obelisk, de modillons van de gootlijst, en de rondboogdeur waarvan het bovenlicht met glas-in-loodvoorstelling van vruchten- en bloemenmand.