Van Schelde naar Vleeshuis. Ook "Loosen Gaeyweg", zijnde holle, overdekte en geheime weg. Na de Franse overheersing alleen nog Kuipersstraat genoemd. Zeer oude straat, aangelegd op de helling van de burchtwal.
De vernieling door bominslag in 1944 van een groot aantal huizen in Oude Beurs en Lange Doornikstraat was de onmiddellijke aanleiding tot het opmaken van een Bijzonder Plan van Aanleg voor het gebied begrensd door Suikerrui, Kaasstraat, Willem Ogierplein, Vleeshouwersstraat, Zakstraat, Zirkstraat, Hofstraat, Oude Beurs, Braderijstraat, Zilversmidstraat en Gildekamersstraat, en een gedeelte van het bouwblok Braderijstraat, Grote Markt, Wisselstraat en Oude Beurs.
De opdracht werd reeds gegeven in 1947. Van 1955 tot 1970 werd er systematisch gesaneerd, tot 447 panden werden onteigend en gesloopt. In 1969 diende architect Roger Groothaert namens de Maatschappij voor Sociale Huisvesting, Onze Woning, een bouwontwerp in; uiteindelijke goedkeuring in 1974. Het vroegere stratentracé van de te bebouwen oppervlakte - circa één hectare - blijft bijna volledig bewaard. Het plan voorziet in een wandelwijk met gegroepeerde sociale woningen en een verzorgingsflat, ondergrondse garages, winkels op de begane grond en daarboven appartementen en studio's. Collectieve tuinen, voor iedereen toegankelijk, vullen de ruimtes tussen de woonblokken op. De hoogte varieert van twee tot vijf bouwlagen afgedekt met zadeldaken (leien en pannen); voor het metselwerk worden baksteen, sierbeton en natuursteen gebruikt, voor de schrijnwerkerij hout en witgeschilderd metaal. De sterk geïndividualiseerde gevelarchitectuur en de geringe oppervlakte van de panden zijn een poging om aan te sluiten bij het historisch karakter van de omgeving.
De graafwerken achter het Stadhuis hebben heel wat historisch-archeologische vondsten aan het licht gebracht en het inzicht in de vroege Antwerpse geschiedenis grondig gewijzigd. Noteren we als belangrijkste ontdekkingen een Romeinse munt, potscherven en waterputten uit de 2de eeuw waardoor het bestaan van een Gallo-Romeinse nederzetting, tot dan steeds betwijfeld, onmiskenbaar vaststaat. Voorts, interessant paleontologisch materiaal, voorwerpen uit begin 11de eeuw en de 15de tot 16de eeuw.
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent. Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)