Straat met licht gebogen tracé, het eerste deel is gekasseid, het tweede deel is bekleed met betondallen. Loopt van Onder de Toren naar, en wordt afgesneden door het Boudewijnkanaal. De naam is een eerbetoon aan de Lissewegenaar Jakob Reyvaert (1534-1568), een vooraanstaande humanist en jurist. Hij studeert eerst in Brugge en dan achtereenvolgens aan de universiteiten van Leuven en Orléans en wordt rector aan de universiteit van Douai.

Dorpsstraat, op de Ferrariskaart (1770-1778) afgebeeld met gesloten bebouwing. Oostzijde bepaald door lage woningen of met anderhalve bouwlaag onder zadeldak. Rijwoningen met 19de-eeuws uitzicht, eventueel met oudere kern, hebben bepleisterde gevels al dan niet met imitatievoegen. De zuidzijde van de straat is ingenomen door een parking. Het tweede deel van de straat is afgezoomd met linden en paalt aan een lager gelegen moerasgebied, "De Kwikker". Aan de zuidzijde aanwezigheid van een kerkwegel, afgezoomd met knotwilgen en in een hoek leidend naar de Oude Pastoriestraat. De straat eindigt bij de vroegere overzet (tussen 1899 en 1986) over het Boudewijnkanaal. Van de overzet zijn nog de houten aanlegsteigers en een naar het water leidende kasseistrook tegen de kade bewaard. Aan de overkant van het kanaal bestaat nog het café "DE OVERZET" (zie Dudzele, Onze-Lieve-Vrouweader).