Behoort tot Zeebrugge-Bad.
De straat loopt van de Zeedijk tot aan de Zeebruggelaan op grondgebied Lissewege. De straatnaam, die door het Brugse schepencollege werd toegekend op 7 november 1902, is een hulde aan Baron Auguste De Maere d'Aertrycke (1826-1900), hoofdpromotor van de haven. Als waterbouwkundig ingenieur en schepen van Openbare Werken in Gent pleitte hij in 1866 al voor de aanleg van een kanaal tussen Heist en Gent, echter zonder veel gehoor. Elf jaar later had hij het over "une communication directe de Bruges à la mer" met twee strekdammen te Heist, en een kanaal en voorhaven in Brugge. Na een jarenlange politieke strijd verdween De Maere circa 1887 van het strijdtoneel en waren het uiteindelijk de plannen van de Franse ingenieurs Cousin en Coiseau die het haalden.
Op het ontwerpplan van de haven, getekend door Coiseau en Cousin in 1892, staat de huidige Baron de Maerelaan vermeld als "Avenue de la Station" verwijzend naar de geplande locatie van het station. Aan het begin van de "môle" (cf. Leopold II-dam) is een groot gebouw voor de "Services Publics" voorzien en een kleiner "Atelier et usine centrale d’électricité".
In 1906 wordt ter hoogte van het huidige vormingsstation het eerste station van Zeebrugge, later zogenaamd "Zeebrugge-West", opgericht (gesloopt in 1966). Het vormde een etappe in de verbinding tussen Brugge en Heist, waarvan de aanleg startte in 1902.
In 1912 verrijst ter hoogte van het huidige station "Zeebrugge-Strand" een imposant, eclectisch gebouw voor de staatsdiensten (zoals telegrafie, telefonie, post, tol en douane) gebouwd naar een ontwerp van de Brugse architect René Buyck. Het gebouw was pas gewijd in 1914 toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Het had erg te lijden onder de oorlog en werd gerestaureerd in 1918. In 1920 vond het "Zeebrugge-Oorlogsmuseum" er een onderkomen. Het veel te grote gebouw kreeg later nog verschillende andere functies waaronder gemeenteschool. Na jarenlange verwaarlozing werd het gebouw afgebroken in 1979, bij de aanleg van de Westerdam. Een kaart van het "Havengebied van Zeebrugge" van 1942 beschrijft de straat als "Statielaan"; ter hoogte van het toenmalige station is een dubbele middenberm getekend. Op de in 1956 gepubliceerde stadsplattegrond in de Guides Cosyn vertoont de straat eenzelfde verloop met uitzondering van de toegenomen bebouwing ter hoogte van de huidige woonkern.
Heden quasi loodrechte baan (N31) die Brugge sinds 1955, via de Zeelaan en de Zeebruggelaan op het grondgebied van Lissewege (zie Lissewege), verbindt met de zee. De baan is heden een belangrijke verkeersader voor het vrachtverkeer naar de haven. Op het knooppunt met de Kustlaan bevindt zich een kruispunt met tunnel aangelegd in 1995 cf. gevelsteen met opschrift "DEZE TUNNEL WERD OP / 11 JULI 1995 / PLECHTIG OPENGESTELD / DOOR DE HEER E. BALDEWIJNS, / VLAAMS MINISTER / VAN OPENBARE WERKEN / VERVOER EN RUIMTELIJKE ORDENING". Iets meer landinwaarts ligt sinds het eind van de jaren 1990-begin 2000 het bedrijventerrein "Transportzone Zeebrugge", dat ruimte biedt voor diverse niet-watergebonden activiteiten zoals bedrijven actief in wegtransport, distributie, expeditie enzomeer. TER HOOGTE VAN DE ZEEDIJK IS DE LAATSTE JAREN EEN NIEUWE STATIONSHALTE M.N. "ZEEBRUGGE-STRAND" IN GEBRUIK GENOMEN, DIE ENKEL TIJDENS HET HOOGSEIZOEN OPERATIONEEL IS OM BADGASTEN TOT BIJ HET STRAND TE BRENGEN.
De bebouwing beperkt zich louter tot de westelijke straathelft ter hoogte van Zeebrugge-Bad; verder onbebouwd op enkele schaarse uitzonderingen (hoeves) na. De bebouwing klimt op tot het eind van de jaren 1910. Op de hoek met de Zeedijk overheerst de majestueuze architectuur van het voormalige "Palace Hotel" (zie Baron de Maerelaan nummer 2). De meeste oorspronkelijke hotels en restaurants die op deze commercieel gezien interessante locatie werden opgetrokken, moeten door het moderne toerisme de laatste decennia vaak wijken voor appartementsgebouwen tot zes bouwlagen. De meeste originele bebouwing zijn rijwoningen uit de jaren 1920-1930, die stilistisch aansluiten bij de toen heersende eclectische stijlen of in beperkte mate geïnspireerd zijn door de art deco (nummer 58). Nummer 48, op een oude postkaart afgebeeld als hotel "Normandie" zie opschrift op het gevelvlak, vormt in oorsprong als het ware de pendant van nummer 50 doch werd recent grondig gerestaureerd (onder meer vernieuwd schrijnwerk, begane grond en balkonhekkens). De meer landinwaarts gelegen hoevegebouwen klimmen in een uitzonderlijk geval in kern op tot de 16de eeuw (nummer 211) doch dateren hoofdzakelijk uit het einde van de 19de en begin van de 20ste eeuw. Nummer 153 bewaart achteraan een klein bedrijfsgebouw uit de jaren 1920-1930 met schoorsteen. Nummer 201, aan de straat gelegen woning uit de jaren 1930 met achterliggende lange stalling die reeds staat afgebeeld op de kaart van Ph. Vandermaelen (1846-1854); recent gerestaureerd.
Bron: GILTÉ S., VAN VLAENDEREN P. & VANWALLEGHEM, A. met medewerking van DENDOOVEN, K. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeenten Dudzele, Lissewege en Zeebrugge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL25, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Burgerhuis
Omvat
Burgerhuis van 1925
Omvat
Burgerhuis van 1926
Omvat
Burgerhuis van 1927
Omvat
Burgerhuis van 1933
Omvat
Hoeve
Omvat
Hotel Flandria
Omvat
Palace Hotel
Omvat
Schuur
Omvat
Sculptuur ter ere van Baron Auguste de Maere d'Aertrycke
Is deel van
Zeebrugge
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Baron de Maerelaan [online], https://id.erfgoed.net/themas/9606 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.