Straatnaam verwijzend naar de koperslagers die zich hier vestigden bij de oprichting van het stadje Middelburg. Het Middelburgs Vaardeken, een verbinding met de Gentse Lieve, maakte Middelburg interessant voor handelsondernemingen, waaronder tapijtweverijen en koperslagerij. Zo liet Bladelin de door Karel de Stoute in 1466 uit Dinant verdreven koperslagers in zijn stad intrekken. Deze intense activiteit gaf de inwoners van het stadje trouwens de naam "Ketelboeters".