Driehoekig dorpsplein, gevormd door het samenkomen van verschillende wegen en met linden omzoomd. Beschermd als landschap met hierna vermelde items. Ook wel eens Marktveld genoemd, daar Jan IV, hertog van Brabant, Lommel in 1422 de toelating gaf een wekelijkse markt op maandag en voorts drie vrije jaarmarkten te houden. Deze driehoekige plaats vervulde aanvankelijk de functie van inperkplaats voor het vee. Wanneer Lommel zijn marktprivilegies verwierf, ging deze functie geleidelijk verloren om plaats te maken voor de marktkramers en het transitverkeer. In de 12de - 13de eeuw waren er dan ook hoofdzakelijk handels- en ambachtshuizen, verder teutenresidenties en openbare diensten gevestigd.
Tot in de 19de eeuw was er enkel laagbouwige bewoning. Uitzondering vormden de steile dakhellingen van de schuurdaken. Pas in het midden van de 19de eeuw verscheen het eerste verdiepingshuis, het zogenaamde Hooghuis, ten westen van het Marktplein, waar in de jaren 1950 het nieuwe gemeentehuis werd opgetrokken, dat later werd vergroot en aangepast, het huidige stadhuis, waarvoor in 1992 een eik werdaangeplant, als verwijzing naar de eik die de stad Lommel in haar wapenschild voert.
Circa 1700 kwamen nog verscheidene onbebouwde gronden voor. De brandstichting van de Franse soldaten op 3 december 1688 had tijdelijk voor supplementaire gaten in de rijbewoning gezorgd. Tegen het midden van de 19de eeuw ontstonden geleidelijk volbebouwde rooilijnen. Deze toestand is duidelijk waarneembaar in de Atlas van de Buurtwegen (1845). In 1983, plaatsing van het teutenbeeld door Rony Reniers (Lommel). Enkele jaren geleden, heraanleg.
Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Neerpelt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)