waarneming

J. Coveliersstraat I

archeologisch element
ID
101746
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/101746

Beschrijving

Algemeen

Verkavelingsproject: Bijzonder Plan van Aanleg 'Grensstraat': 3 ha groot; vindplaats reeds bekend door prospecties van Belmans; ook gekend als 'Hoverenvelt' en 'Cotengeem' en 'Cleyn en Groot Ceuteghem'.

Ijzertijd

De oudste sporen gaan terug tot de ijzertijd. Er werden twee grote en één kleine kringgreppel aangetroffen. In het centrum van de grootste kringgreppel werden de onderste restanten van een kleine grafkuil teruggevonden, maar crematieresten ontbreken. In de andere kringgreppels werden geen sporen vastgesteld.

Vroege middeleeuwen

De site was bewoond vanaf de Merovingische periode. Vermoedelijk bestonden er meerdere erven, afgaande op het aantal waterputten, al konden slechts twee structuren met zekerheid aan deze periode worden toegewezen. De sporen uit de overgang van de laat-Karolingische periode naar de volle middeleeuwen bleven beperkt in aantal. Het gaat om een waterput, plattegrond en enkele afvalkuilen. De kuilen zijn vermoedelijk iets ouder, waarschijnlijk gaat het om ontginningskuilen, die nadien werden opgevuld bij de ingebruikname van een ander deel van het terrein.

Volle middeleeuwen

In de 10de-11de eeuw waren er twee aparte bewoningskernen op de site. Het eerste erf lag in het westen en bestond uit een bootvormig gebouw, een waterput, een (hooi)mijt en een spieker. In het oosten bevonden zich meerdere bootvormige gebouwplattegronden rondom een waterput, geflankeerd door een groot vierpalige bijgebouw. Twee plattegronden werden met zekerheid als woonhuis geïdentificeerd. Ze vertoonden ook sporen van herstellingen. De overige gebouwen fungeerden waarschijnlijk als schuur en/of stal.

De laatste occupatiefase situeert zich in de 11de en 12de eeuw. Zowel in het oosten als in het westen bestond er in deze periode een bewoningscluster.

Bron: DE RAYMAEKER A., VAN BREMT L., VAN LIEFFERINGE N., VAN ROY J., DE LANGHE H., CLAESSENS S. & YPERMAN W. 2024: De (pre)historische ijzerproductie in de Antwerpse Kempen, SYNTAR 25, Brussel.
Auteurs: Cornelissen, Yasmine; Cousserier, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Grafheuvel

Datering: middenijzertijd
Typologie: grafheuvels, grafkuilen, vaatwerk
Materiaal: aardewerk
Thema: Prehistorische grafheuvelcomplexen en urnenvelden
Gebeurtenis:
Afmetingenset: ()
Aantal 1 st

Beschrijving:
2 grote en één kleine kringgreppel. De vulling van de grootste kringgreppel bevatte het gedeeltelijk profiel van een geglad kommetje met convexe wand, eindigend op licht afgeschuinde rand, een type dat zowel in midden als in late ijzertijdcontexten voorkomt. In het centrum van deze structuur werden de onderste restanten van een kleine grafkuil teruggevonden, maar ev. crematieresten ontbreken. In de andere kringgreppels werden geen sporen vastgesteld. In de onmiddellijke omgeving van de grootste greppel bevonden zich fragment van een drieledige oxiderend gebakken urn met een hoge uitstaande hals en een geknikte buik= lokale imitatie van typisch Noord-Franse Marneprodukten.

Inhumatiegraf (volle middeleeuwen)

Datering: volle middeleeuwen
Typologie: inhumatiegraven
Materiaal: bot (menselijk)
Gebeurtenis:
Afmetingenset: ()
Aantal 1 st

Beschrijving:
beenderen van een volwassen man

Kuil (La Tène)

Datering: middenijzertijd
Typologie: kuilen
Stijl: La Tène
Gebeurtenis:

Beschrijving:
kuil
vroeg La Tène

Metallurgisch resten

Datering: middeleeuwen
Typologie: ambachtelijke objecten, indicaties voor metaalbewerking
Materiaal: ijzer
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Het opgravingsverslag maakt geen melding van metaalslakken. In het depot bleken er voor deze site zeven ijzerslakken bewaard te zijn, met een gewicht van 1,730 kg. Het gaat om zes smeedslakken en een mogelijke vloeislak.

Structuur (10e-11e eeuw))

Datering: volle middeleeuwen
Typologie: agrarische nederzettingen, gebouwplattegronden, nederzettingen, spijkers, vaatwerk, waterputten
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
In deze fase zijn twee bewoningskernen te onderscheiden. In het westen van de site, bij waterput 3, lag een erf met het bootvormige gebouw 3, een (hooi)mijt (gebouw 16) en een zespalige spieker(gebouw 15). In het oosten, bij waterput 10 en het al bestaandegebouw 12, lag een druk bebouwde zone met verscheidene bootvormigestructuren (6, 7, 8, 9, 11) en een groot vierpalig bijgebouw(gebouw 20).
Occupatiefase 4: vroege periode van de volle middeleeuwen (10de-11de eeuw)

Structuur (11e-12e eeuw)

Datering: volle middeleeuwen
Typologie: agrarische nederzettingen, grachten (infrastructuur), nederzettingen, vaatwerk
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Tijdens de laatste occupatiefase bleef zowel in het westelijk als in het oostelijk deel van de site een bewoningscluster bestaan, respectievelijk met de reeds bestaande waterputten 3 en 10.
Oprichting van drie bootvormige gebouwen (4, 5 en 10).
Aanleg van een omgrachting rond het erf van gebouw 11, met daaraan een mogelijke veekraal.
Gebouw 11 bleef in functie als woonhuis, maar er kwam wel een nieuw bijgebouw op het erf: op de plaats van gebouw 12 kwam het bootvormige gebouw 13 te staan.
De oprichting van gebouw 14 gebeurde na de laatste aanlegfase van waterput 9 maar het is niet duidelijk of de put toen al in onbruik was.
Occupatiefase 5: late periode van de volle middeleeuwen (11de-12de eeuw)

Structuur (Karolingisch)

Datering: Karolingische periode
Typologie: afvalkuilen, gebouwplattegronden, nederzettingen, vaatwerk, waterputten
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
In deze occupatiefase bleef waterput 4 in gebruik en is toen ook herbouwd geweest. Tevens gebeurde de constructie van het ‘atypische’ gebouw 12, dat lang in gebruik bleef: het heeft ingrijpende herstellingen ondergaan en stond tot in occupatiefase 4 overeind.
Occupatiefase 3: laat-Karolingische periode - overgaan naar de volle middeleeuwen

Structuur (Merovingisch)

Datering: Merovingische periode
Typologie: nederzettingen, waterputten
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
2 gebouwen en 4 waterputten
C14-datering van waterput 1: tussen 430 en 620 AD
C14-datering van waterput 2: tussen 640 en 780 AD

Occupatiefasen 1 en 2: Merovingische tot vroeg-Karolingische periode
merovingische - karolingische periode

Waterput

Datering: Laat-Romeinse tijd, Merovingische periode
Typologie: waterputten
Materiaal: hout
Gebeurtenis:

Beschrijving:
enkele losse vondsten
1 waterput: uitgeholde boomstam, verdeeld in 3 segmenten, die werd omvat door een vierkante bekisting van horizontale planken en vier verticale planken.
De sterke bodemerosie van het terrein doet echter vragen rijzen over het ontbreken van Romeinse sporen.
C14-datering waterput: tussen 380 en 600 AD


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: J. Coveliersstraat I [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/101746 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.