De boringen gaven een beeld van de opbouw van de bovenste 140 cm van de opvulling. Deze bestond voornamelijk uit puinhoudend zand. Enkel in boring 1 werd de top van een pijler met zekerheid geraakt.
Middels de twee toegepaste geofysische technieken zijn sporen (anomalieën) aangetroffen van constructie-elementen, vermoedelijk grote baksteenvolumes. Waarschijnlijk gaat het om de bewuste pijlers, die het ‘Nieuwerck’ zouden gedragen hebben, was de bouw niet gestaakt. Er zijn zes kleine volumes zichtbaar, waarvan de onderliggende afstand en de radiale situering doet vermoeden dat het gaat om een constructie, eerder dan puin. Één van deze volumes bevindt zich echter op exact dezelfde plaats als de zuil waar in boorpunt 9 is naar gezocht. Ten westen hiervan bevindt zich een nagenoeg identiek volume. Vermoedelijk gaat het om ten minste twee pijlers.
Auteurs: Lommelen, Lies
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)