Naar aanleiding van diverse infrastructurele werkzaamheden rondom het gehucht Mulken werd een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd. Het terrein werd in eerste instantie onderzocht via een terreinonderzoek en een veldkartering met een metaaldetector (op 23 oktober 2012) waar mogelijk, gevolgd door een proefsleuven en -puttenonderzoek (van 5 november tot en met 15 november 2012). Het veldwerk werd uitgevoerd in drie zones, overeenkomend met de aanleg van een ondergronds pompstation (1) (1 proefsleuf), een bergingsbekken (2) (7 proefputten) en het tracé voor een persleiding (3) (proefsleuven).
geïsoleerde oppervlaktevondst: afslag (silex).
geïsoleerde oppervlaktevondst: 2 afslagen waarvan 1 klingvormig (silex).
geïsoleerde oppervlaktevondst: klingschrabber met glanzende, dendritische (‘vermiculé) patina (silex)
geïsoleerde oppervlaktevondst: aardewerk: randfragment Eifelwaar
Het archeologisch vooronderzoek leverde voornamelijk gegevens op met betrekking tot de middeleeuwse periode (vnl. volle). In de onmiddellijke omgeving van de burchtsite van Mulken (opgericht vóór 1200) bevindt zich nabij de oevers van de Fonteinbeek een sequentie van (verspoelde) afzettingen met talrijke artefacten uit de volle en late middeleeuwen, zoals In proefsleuf 1 (onderzoekszone 1: pompstation) werden fragmenten van een steengoedkruikje (type Westerwald), Maaslands wit aardewerk en roodbeschilderd aardewerk gerecupereerd. In de proefputten (onderzoekszone 2: bergingsbekken) werd er goed bewaard dierlijk botmateriaal en aardewerkfragmenten aangetroffen, waaronder een groot fragment van een voorraadpot of tuitpot in steengoed. Vermoedelijk bevond er zich reeds vanaf de (volle) middeleeuwen een complex van (vis)vijvers op deze locatie die deel uitmaakten van het middeleeuws landgebruik rondom de burchtsite. Een studie van het historisch kaartenmateriaal wijst eveneens in deze richting. Het aangetroffen vondstspectrum (o.a. dierlijk botmateriaal en aardewerkfragmenten) kan beschouwd worden als nederzettingsafval, in associatie met de opvullingsgeschiedenis van dergelijke structuren.
In de zuidelijke helft van perceel 729e werd een concentratie van gefragmenteerd middeleeuws aardewerk en bouwmateriaal aangetroffen. Het volledige vondstensemble wordt gedateerd in de volle en late middeleeuwen. De meest omvangrijke vondstgroep, gedateerd in de periode tussen de 11de en 13de eeuw, uit rand-, wand- en bodemfragmenten van Maaslands wit aardewerk, proto-steengoed en een enkel wandfragment van roodbeschilderd aardewerk.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek (onderzoekszone 3: tracé persleiding) kwam slechts een lage sporendensiteit aan het licht, namelijk natuurlijke sporen (boomval) en enkele ondiepe kuilsporen of dumppakketjes, met middeleeuws (nederzettings)afval (fragmenten van bakstenen bouwmateriaal, Maaslands wit aardewerk, gefragmenteerd verbrand/onverbrand bot).
In de zuidelijke helft van perceel 729e werd daarnaast een aantal fragmenten van steengoed (o.a. een gebroken spinschijfje) gevonden gedateerd in de periode tussen de 14de en 16de eeuw.
Er werd tevens een wandfragment in glas gevonden uit deze periode.
Tussen de Sint-Gilliskerk van Mulken en onderzoekszone 1, werd een dense concentratie van bouwpuin (baksteen-, dakpan- en mortelbrokken, glas en aardewerk) aangetroffen, die afkomstig zou zijn van een inmiddels verdwenen (post)middeleeuws gebouwstructuur.
geïsoleerde oppervlaktevondst: knikker (aardewerk)
De metaaldetectie leverde in totaal 27 sterk gesleten (koperen) munten op uit de periode tussen de 17de en 20de eeuw. Verspreid werden ook zeven loden musketkogels en twee loden bikkels aangetroffen. Deze vondsten van de metaaldetectie zijn vermoedelijk via de bemesting van de akkers in de ploeglaag terechtgekomen.
Auteurs: Carlier, Eleonore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
volle tot late middeleeuwen