Algemeen

Op het terrein zal Quackels Woningbouw nv woningen bouwen. Naar aanleiding van deze plannen werd voorafgaand een prospectie met ingreep in de bodem geadviseerd. Bij het vooronderzoek werden verspreid over de verschillende proefsleuven, resten uit de ijzertijd en de Romeinse tijd aangetroffen, naast sporen uit de nieuwste tijd. Het gaat om bewoningssporen. Naar aanleiding daarvan diende een archeologisch vervolgonderzoek uitgevoerd te worden voor de bouwwerken van start konden gaan.

Ijzertijd

Tijdens het vervolgonderzoek kwamen bewoningssporen uit de vroege ijzertijd en de midden-Romeinse periode aan het licht. De bewoningssporen uit de vroege ijzertijd omvatten in hoofdzaak één gebouwplattegrond, bijgebouwen en verschillende graanschuurtjes.

In het centrale deel van de onderzoekszone werd een grote hoeveelheid paalsporen geregistreerd. Hierin werden drie spiekers onderscheiden. Ijzertijdspieker 1 heeft afmetingen van ongeveer 3,1 bij 2,6 m, ijzertijdspieker 2 meet 3,4 bij 3,2 m en ijzertijdspieker 3 heeft afmetingen van 2,9 bij 2,6 m.

Ook het noordelijke deel van de onderzoekszone werd een grote hoeveelheid paalsporen geregistreerd. Een groot aantal kon ingepast worden in verschillende structuren. Er werden drie ijzertijdspiekers (IJS4-6) en twee ijzertijdgebouwplattegronden (IJP1-2) onderscheiden. Ijzertijdspieker 4 heeft afmetingen van 3,1 bij 2,6 m, ijzertijdspieker 5A van 3,4 bij 3,2 m, ijzertijdspieker 5B van 2,9 bij 2,6 m en ijzertijdspieker 6 van 2,3 bij 2,6 m.

De noordelijke ijzertijdplattegrond (IJP1) is een palencluster. De paalsporen hebben een gemiddelde diameter van 80 cm voor de zwaardere palen en 40 cm voor de kleinere. De paalsporen zijn ovaalvormig.

Ijzertijdplattegrond 2 is een éénschepig gebouw met afmetingen van 8,9 bij 5,3 m. De afstand tussen de paalsporen bedraagt ongeveer 2 m. De zuidwestelijke hoekpaal van het gebouw bevond zich buiten de onderzoekbare zone en kon bijgevolg niet opgegraven worden, de noordwestelijke hoekpaal van het gebouw was te ondiep bewaard om zich in het vlak af te tekenen. De paalsporen hebben een gemiddelde diameter van 60 cm en zijn ovaalvormig.

Romeinse periode

De resten uit de Romeinse periode omvatten twee, of mogelijk één, potstalboerderij(en). Aan de hand van een analyse van de diepte van de paalsporen, konden twee gebouwplattegronden onderscheiden worden, die elkaar overlappen. De twee gebouwplattegronden zouden mogelijk ook slechts één potstalboerderij kunnen zijn. De eerste Romeinse gebouwplattegrond (ROP1) heeft afmetingen van ongeveer 22 bij 7 m. De
plattegrond is waarschijnlijk nagenoeg volledig. De tweede Romeinse gebouwplattegrond (ROP2) heeft afmetingen van ongeveer 12 m bij 9 m. Hierbij dient rekening gehouden te worden dat de afmetingen van de lange zijden onvolledig zijn. De plattegronden konden niet in hun volledigheid geregistreerd worden, omdat een aantal paalsporen buiten het onderzoeksgebied vallen.

De twee gebouwstructuren zijn potstalboerderijen. De eerste plattegrond is tweebeukig, waarbij een woongedeelte afgescheiden is van een stalgedeelte. Het dakgebinte wordt gedragen door twee zware middenstaanders, waarbij er meer plaats werd gemaakt in het woongedeelte door het plaatsen van steunberen in de wand. Het gebouw had waarschijnlijk een zadeldak. De steunberen en middenstaanders waren ongeveer 70 à 80 cm diep. De potstal situeert zich in de noordoostelijke zone van het gebouw. In een latere fase, in de Romeinse tijd of de middeleeuwen, vormden zich depressies in de nazak van de potstallen en de waterput

Een waterput met een vierkante eikenhouten bekisting lijnde zich af op een dieper niveau (vlak 2) onder de depressie, ongeveer 80 cm onder het eerste aangelegde vlak. Dendrochronologisch onderzoek plaatst de kap van het hout dat gebruikt werd in de waterput, omstreeks 143 na Chr.

Het is de eerste maal dat in Kontich onomstotelijk de aanwezigheid van een Romeinse potstalboerderij aangetoond kan worden.

Nieuwe - nieuwste tijd

Er werden ook sporen aangetroffen uit de nieuwe of nieuwste tijd: landbouwsporen, grachten en een palenrij.