waarneming

Ter Schabbe

archeologisch element
ID
207355
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/207355

Beschrijving

Ondanks de relatief lage sporendensiteit en de afwezigheid van huis- en bijgebouwplattegronden heeft het uitgevoerde onderzoek toch zeer interessante resultaten opgeleverd. Verspreid over het terrein werden bodemsporen en vondsten gedocumenteerd, die hoofdzakelijk de materiële neerslag vormen van een occupatie van het projectgebied tijdens de ijzertijd, de Romeinse tijd en de volle/late middeleeuwen. De aanwezigheid van de (water)kuilen uit de ijzertijd, de waterput uit de Romeinse periode en de waterput uit de middeleeuwse periode wijst op de aanwezigheid van erven in de onmiddellijke omgeving. Rekening houdende met de resultaten van het proefsleuvenonderzoek is het zeer waarschijnlijk dat de erven zich telkens net buiten het projectgebied bevinden. De vaststelling dat de Romeinse waterput één van de ijzertijdkuilen oversnijdt, wijst toch op een zekere continuïteit in ruimtegebruik. Betreffende de (water)kuil met spoornummer 30 die gedateerd werd tot de vroege ijzertijd via 14C-datering moet nog gezegd worden dat er een discrepantie was tussen de natuurwetenschappelijke datering en het aangetroffen vondstmateriaal uit deze kuil, dat door de materiaalspecialist in de ijzertijd/Romeinse periode werd geplaatst. Uit spoor 26 – dat spoor 30 oversnijdt – werd eveneens aardewerk ingezameld dat grofweg in de IJzertijd/ Romeinse periode werd gedateerd. Het zou dus kunnen dat het gaat om intrusief materiaal dat door bioturbatie in de vulling van spoor 30 is geraakt. Indien zo zou echter bij het couperen en inzamelen van het materiaal opgemerkt zijn dat bioturbatiesporen (mollengangen e.d.) aanwezig waren, wat niet het geval was. Aangezien het gaat om vier scherven en niet slechts één is een interpretatie als intrusief materiaal dus niet erg waarschijnlijk. Mogelijks was het ingezamelde bulkmonster dus gecontamineerd of gaat het om een technische fout. Hoewel geen sporen aangetroffen werden die tot de vroege ijzertijd konden gedateerd worden is het best mogelijk dat de houtskoolfragmenten die gebruikt werden bij de datering een veel oudere oorsprong hebben en dat ze in de onderste vulling van spoor 30 zijn gespoeld terwijl deze kuil nog in gebruik was. Uitsluitsel over welke van de hypotheses nu de juiste is kan echter niet gegeven worden.


Auteurs: Cherretté, Bart
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: SOLVA Dienst Archeologie; Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Laat middeleeuwse sporen

Datering: late middeleeuwen
Typologie: greppels
Materiaal: aardewerk, samengesteld bouwmateriaal
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Greppels. Datering berust op aardewerk en keramisch bouwmateriaal uit de vulling.

Sporen Ijzertijd

Datering: ijzertijd
Typologie: greppels, waterkuilen
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Enkele slecht bewaarde greppels en 3 vermoedelijke waterkuilen. De datering is gebaseerd op (weinig) aardewerk in de vulling van deze sporen.

Sporen Romeinse tijd

Datering: Vroeg-Romeinse tijd
Typologie: greppels, kuilen, waterputten
Materiaal: aardewerk, hout
Gebeurtenis:

Beschrijving:
8 (percellerings) greppels, een waterput en een grote ondiepe kuil.
Dendrochronologisch onderzoek op hout van de bekisting van de waterput geeft een kapdatum respectievelijk na 35 v.Chr./ na 13 v.Chr.

Vol middeleeuwse sporen

Datering: Karolingische periode, volle middeleeuwen
Typologie: grachten (verdedigingselementen), greppels, waterputten
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Waterput en grachtsegmenten, greppels.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ter Schabbe [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/207355 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.