Het archeologisch onderzoek te Wortegem leverde ondanks de hoge graad van erosie een boeiend, gefaseerd verhaal op over de ontwikkeling van een terrein dat slechts op een boogscheut van het historische centrum van Wortegem gelegen is. Uit de opgravingsresultaten blijkt dat er op het terrein sporen uit verschillende periodes aan het licht zijn gekomen, gaande van vuurstenen artefacten uit het neolithicum t.e.m. sporen uit de Eerste Wereldoorlog. Uit de metaaltijden ontbreken met uitzondering van enkele scherven duidelijke sporen van menselijke aanwezigheid. Een paleobodem uit de late ijzertijd bleef ter hoogte van het laagste punt van de onderzoekszone goed bewaard onder de ophoping van colluvium. De occupatie uit de Romeinse periode is sterk onderhevig geweest aan erosie en daardoor ook moeilijker te interpreteren. Het is duidelijk dat het terrein te Wortegem deel uitmaakte van een Romeins nederzettingslandschap waarin ingrijpende werken hebben plaatsvonden. In de noordoostelijke hoek is er sprake van
een Romeins wegtracé met twee parallelle greppels, te dateren in de periode 1ste-3de eeuw na Chr. en vijf crematiegraven, waarvan er twee door middel van een radiokoolstofdatering in de eerste twee eeuwen van onze jaartelling te plaatsen zijn. In de zuidwestelijke zone bevindt zich een wegtracé dat eveneens te dateren is in de periode 1ste-3de eeuw na Chr. en een defensief grachtenstelsel in verschillende fases. Eén waterkuil en wellicht één gebouwplattegrond zijn in de Laat-Romeinse of vroegmiddeleeuwse periode, meer bepaald tussen het midden van de 4de en het midden van de 6de eeuw, te plaatsen. Een aantal sporen zijn chronologisch te plaatsen in de Merovingische periode. Deze sporen zijn op siteniveau moeilijk te interpreteren doordat ze vaak slechts fragmentarisch bewaard zijn. De opgegraven sporen en structuren uit de Karolingische periode zijn te interpreteren als de rand van een grotere nederzetting die als voorloper van het huidige Wortegem te beschouwen is. De nederzetting is ontstaan aan de rand van het voormalige Forestum Methela. Daarbij zijn twee holle wegen duidelijk bepalend voor de organisatie van de site. Wellicht reeds op het einde van de 9de eeuw en met zekerheid in de 10de eeuw verdwijnt de bewoning op deze terreinen en worden ze wellicht enige tijd alleen gebruikt als akker- en/of weideland. De vorming van twee poelen en het dichtslibben met afgespoeld materiaal van beide holle wegen én het ontbreken van sporen uit de periode 10de-12de eeuw zijn hiervoor belangrijke aanwijzingen. Op basis van de vondsten zijn er grosso modo twee grote periodes in de late middeleeuwen te onderscheiden: de periode 12de-14de eeuw en de periode 1450-1550 na Chr. Voor de periode 12de tot en met 14de eeuw zijn naast verschillende greppels en grachten ook enkele kuilen aanwezig.
Auteurs: Cherretté, Bart
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: SOLVA Dienst Archeologie; Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Mogelijke greppel, met 22 fragmenten handgevormd aardewerk.
Beschrijving:
Gracht, met daarin de rand van een kogelpot en enkele randfragmenten van een kogelpot of mogelijke tuitpot.
Beschrijving:
Kuilen, greppels en grachten, geassocieerd met aardewerk uit de 13de, 14de en 15de eeuw. Deze sporen zijn georganiseerd in 3 concentraties, en één geïsoleerd spoor.
Beschrijving:
De opgraving bracht een aantal lithische artefacten en een houtskoolrijke kuil aan het licht. De kuil heeft een diameter van 1,4m - 1,5m en is maximaal 34cm diep.
De typologie van de stenen artefacten, zoals pijlpunten en gepolijste afslagen, verwijzen naar een neolithische datering.
De houtskoollaag bevond zich in het onderste deel van de kuil. Er werden 216 houtskoolfragmenten bestudeerd en hiervan is 79,9% afkomstig van de hazelaar (Corylus avellana). C-14 datering van houtskool geeft een datering binnen het finaal-neolithicum (Klokbekercultuur).
Beschrijving:
2 grachten, die lijken aan te sluiten bij de structuur van de huidige percellering.
Beschrijving:
2 parallelle greppels, over ca 83 m te volgen en met een breedte tussen de grachten van iets meer dan 7m. Aardewerk uit één van de greppels o.a. Noord-Franse kruikwaar.
In een andere greppel zat één fragment van een dolium.
Beschrijving:
Houtskoolrijke kuil, verschillende paalgaten, die o.a. tot een gebouw horen. Daarnaast nog andere kuilen en greppels die mogelijk tot de volle middeleeuwen behoren.
Beschrijving:
Restant van een holle weg met een maximale breedte van 6,75m. De weg was bewaard over een maximale lengte van 80m. Een coupe op de weg leverde naast tegula- en imbrexfragmenten ook vrij veel aardewerk op.
Beschrijving:
2 greppels, die mogelijk te interpreteren zijn als loopgraven of als greppel rondom een geschutspost.
WO I?
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Diepestraat [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/208074 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.