Het gedocumenteerde west- en zuidprofiel van deze uitgegraven kelder leverde bijkomende informatie op. Het perceel werd in de oudheid verdiept. In beide profielen is geen bodemvorming te herkennen in de löss. Op het afgegraven niveau werd in de oudheid op een ongekend moment een pakket tertiaire klei gedeponeerd. Op één plaats in het zuidprofiel werd met deze klei zelfs en kuil gevuld. De kleine hoeveelheid vuursteenblokken die met de klei vermengd was duidt erop dat op het moment van de kleidepositie steenbouw hetzij opgericht, hetzij afgebroken is geweest. Een kiezelpakket in het westprofiel kan in dezelfde periode van het deponeren van de klei, gestort geweest zijn toe. Het zou niet gaan om het uitgebroken diverticulum dat in de Romeinse periode de Armand Meesenlaan doorkruiste.

Op de kleilaag bevindt zich colluvium dat waarschijnlijk tot stand kwam in de middeleeuwse en postmiddeleeuwse periode toe het gebied ontgonnen en ingericht werd voor de akkerbouw.

Een grachtvormige structuur die zowel in het vlak en gedeeltelijk ook in het zuidprofiel zichtbaar was doorsnijdt niet alleen de Romeinse kleidepositie maar ook het colluvium. Ze moet dus ook van de jongste eeuwen van onze tijdrekening dateren.

Het zou om een holle weg kunnen gaan die dan een late opvolger van het nabije Romeinse diverticulum was en vooraf ging aan de holle weg die bij de aanleg van de woonwijk aan de Armand Meesenlaan werd gedicht. Het is ook mogelijk dat de gracht op één of andere manier verband hield met de middeleeuwse/postmiddeleeuwse bron, waarvan we weten dat ze minstens sinds de 18de eeuw - maar misschien ook wel eerder - door middel van een buizenstelsel de stad Tongeren van water voorzag. De ligging van de waargenomen gracht, min of meer ten oosten van de plek waar de 18de- en 19de-eeuwse kaarten de bron lokaliseren, lijkt dit verband mogelijk te maken. Maar het is ook mogelijk dat de bron in de voorgaande eeuwen één of meer keren van plaats veranderd is, waardoor een mogelijke relatie met de gracht weer minder vanzelfsprekend is. Een laatste mogelijkheid is dat de gracht deel uitmaakte van één van de kampementen die het Franse leger in de 17de en 18de eeuw omheen Berg heeft aangelegd. Maar de historische kaarten die van deze werken bewaard en gepubliceerd zijn laten niet goed toe van het onderzochte perceel ten opzichte van de Franse aardwerken te positioneren. We moeten er echter rekening mee houden dat ze zich in een bepaalde fase tot aan de huidige Armand Meesenlaan uitstrekten.