Archeologisch onderzoek leverde een groot aantal sporen uit de Romeinse periode en enkele vindplaatsen uit de volle middeleeuwen op.
De sporen uit de Romeinse periode behoren toe aan twee gedeeltes van een villadomein. Het lijkt erop dat de noordelijke onderzoekszone gedurende de volledige Romeinse periode bewoning heeft gekend. Mogelijk start dit zelfs reeds in de Late IJzertijd. De hoge sporendensiteit wijst op intensieve bewoning. Centraal binnen deze opgravingszone ligt de plattegrond van een vrij monumentaal gebouw. Dit gebouw is vermoedelijk opgebouwd uit een houten frame. Zeer bijzonder is de vondst van een in hout opgebouwde kelder binnen deze structuur.
De ontwikkeling van het villadomein binnen de zuidelijke opgravingszone is goed te volgen aan de hand van de aanwezige greppelsystemen. Er is sprake van minstens zes fasen, waarbij het omgreppelde terrein steeds groter wordt. De aangetroffen houten en stenen structuren kunnen goed in deze fasering geplaatst worden. De gebouwen liggen vrijwel exact parallel aan en soms in de hoek van de opgetekende greppelsystemen. Binnen de ontwikkeling van het villadomein vindt ook een verstening van de gebouwen plaats. Enkele houten boerderijen worden opgevolgd door een monumentale opslagschuur, gefundeerd op steenkuilen. Deze structuur wordt later dan opgevolgd door vermoedelijk een volledig in steen opgetrokken gebouw. Het hoofdgebouw ligt niet binnen de huidige opgravingszone.
Binnen het onderzoeksgebied zien we na de Romeinse periode voor het eerst weer bewoningsactiviteiten in de 10de eeuw. Aan beide zijden van de Bosbeek vestigt zich een kleine boerengemeenschap. De zuidelijke onderzoekszone heeft twee huisplattegronden opgeleverd, met daar omheen nog diverse kuilen en een spieker. Er is vermoedelijk sprake van drie fasen van bewoning, die in de loop van de tijd steeds verder opschuift richting de beekzone.
In het noordelijk deel van het onderzoeksgebied zijn geen structuren uit de volle middeleeuwen gereconstrueerd, maar de grote hoeveelheid sporen laat zien dat hier zeker menselijke activiteiten hebben plaatsgevonden in die periode.
De volmiddeleeuwse bewoning wordt in de noordelijke zone in de Late Middeleeuwen opgevolgd door een klein gebouw met een stenen fundering.
Er werd een onafgeschoten patroon uit 1913, Duitse makelij, aangetroffen.
Auteurs: Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: VLAAMS ERFGOED CENTRUM bvba (VEC)