Tijdens het proefsleuvenonderzoek konden in totaal zeven sporen toegeschreven worden aan de volle middeleeuwen op basis van vondstmateriaal, vulling en configuratie; het betreft greppels, paalsporen en kuilen. De drie paalsporen wijzen vermoedelijk op een gebouw, mogelijk een zgn. bootvormige vollmiddeleeuwse plattegrond; één van de paalkuilen bevatte een scherf roodbeschilderd aardewerk uit de volle middeleeuwen; de sporen wijzen op erf met vermoedelijk éénschepig bootvormig gebouwtype, afgebakend met NO-ZW georiënteerde gracht die aan de zuidelijke zijde van het gebouw ligt.
Verspreid over het terrein werden tien sporen aangesneden die op basis van hun vulling en enkele aangetroffen vondsten in de Nieuwe of Nieuwste Tijd kunnen geplaatst worden; het betreft vooral kuilen.
Er werd één spoor aangesneden met enkele vondsten die in de late middeleeuwen kunnen gedateerd worden (of iets later), de vulling van het spoor bevatte ook een volmiddeleeuwse scherf.
16 sporen zijn van een recente datering, herkenbaar aan de scherpe aflijning en weinig uitgeloogde of gebioturbeerde vulling; in negen gevallen gaat het om drainagegreppels met terracotta buizen die aangelegd zijn om het terrein droger te maken, verder ook een aantal grote kuilen.
Auteurs: Vanhoutte, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
| Aantal | 10 st |
| Aantal | 16 st |
| Aantal | 7 st |