is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 12019
Deze aanduiding is geldig sinds
In de sleuven en kijkvensters werden met het proefsleuvenonderzoek in totaal vier antropogene sporen aangesneden, alle vier gelijkaardig: lineaire sporen van grachten en een greppel met een heterogene grijze vullen en scherpe aflijning. De sporen kunnen op basis van de kleur, textuur en aflijning van hun vulling in de Nieuwe en Nieuwste Tijd gesitueerd worden. De afwezigheid van archeologisch relevante sporen en de erg beperkte hoeveelheid aan sporen uit de Nieuwe en Nieuwste Tijd kunnen mogelijk verklaard worden door de lage en eerder natte ligging van het plangebied (hydromorfe bodem met weinig bodemgenese, natte zandleem). In geen enkel van de aangesneden sporen werden vondsten gedaan. Twee sporen vallen mogelijk samen met een 18de-eeuwse perceelsafbakening die in het midden van de 19de eeuw niet meer werd gehanteerd. De twee andere sporen vormen wellicht één lineair spoor van een gracht die waarschijnlijk overeenkomt met een 19de-eeuwse percelering en worden op basis hiervan in de Nieuwste Tijd gedateerd.
Auteurs: Vanhoutte, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)