is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 12888
Deze aanduiding is geldig sinds
Tijdens de opgraving werd de archeologische verwachting uit het vooronderzoek ingelost. De opgraving leverde hoofdzakelijk sporen op uit de Vroege IJzertijd. Op een enkele greppel en twee dierbegravingen uit de Middeleeuwen / Nieuwe tijd na, zijn vrijwel alle antropogene sporen aan de Vroege IJzertijd toe te schrijven. Deze sporen omvatten vooral paalsporen en in mindere mate kuilen. Opvallend is het ontbreken van waterputten of waterkuilen en (perceels)greppels.
Uit de configuratie van de paalsporen zijn tenminste vier bijgebouwen te reconstrueren. Tevens wordt een omheining verondersteld. Een spreiding van paalsporen in het centrale deel van de opgraving leverde geen duidelijke structuren op, maar het is niet uit te sluiten dat zich hier minder goed bewaard gebleven gebouwplattegrond(en) bevinden. Deze paalsporen kunnen echter ook met activiteiten op en rondom het erf samenhangen. Uit de gebouwstructuren is aardewerk verzameld. Het aardewerk assemblage kan gedateerd worden in de Vroege IJzertijd.
Behalve het aardewerk, is overig vondstmateriaal schaars en / of vooral aan de Middeleeuwen en Nieuwe tijd te relateren. Ook botanisch onderzoek leverde geen informatie op over het landschap. Botanische resten uit de IJzertijd sporen bleken erg slecht geconserveerd te zijn.
Verder valt er een duidelijke relatie te leggen met de resultaten van de opgraving even ten westen. Bij het onderzoek van Studiebureau zijn vergelijkbare structuren (1 hoofdgebouw, meerdere bijgebouwen, omheiningen, kuilen) uit dezelfde periode gevonden.36 Ook de afwezigheid van waterputten, waterkuilen en erfgreppels is overeenkomstig. Het is daarom aannemelijk dat de beide opgravingen (resp. van Studiebureau Archeologie en het huidige, door VEC uitgevoerde onderzoek) een deel hebben blootgelegd van een grotere nederzetting die zich over de noordelijke flank van de dekzandrug heeft uitgestrekt. Welke omvang deze nederzetting precies zal hebben gehad, valt op basis van de huidigeonderzoeken niet precies te zeggen. Ook kunnen een aantal vragen over de indeling en inrichting van de nederzetting (nog) niet beantwoord worden.
Auteurs: Van den Notelaer, Dominick
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: VLAAMS ERFGOED CENTRUM bvba (VEC)
Beschrijving:
In totaal 35 sporen, waaronder 30 paalkuilen, vier kuilen en 1 greppel. In enkele sporen werd handgevormd aardewerk aangetroffen uit de vroege ijzertijd: 1 rand-, 26 wand-, 2 bodemscherven en vijf niet definieerbare fragmenten. 24 scherven zijn besmeten en 2 scherven vertonen gladding.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Aspergeveld 1-12 [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/218044 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.