Waarderend booronderzoek en proefsleuven, met beperkte resultaten. Een reeks grachten (1 Romeins en middeleeuws) die als off-site fenomenen geïnterpreteerd worden. Geen vervolgonderzoek.

In de sleuven dagzomen zeven archeologische sporen. Het gaat telkens om geïsoleerde off-site fenomenen. De Romeinse gracht met de geassocieerde briquetage vondsten - in sleuf 11 wijst op de nabijheid van zoutproductie. Door de nefaste invloed van intensieve ontveningen is de landschappelijke context van de gracht zo goed als verdwenen. Mogelijk bevindt de site zich onder de opgehoogde gronden ten oosten van het onderzoeksgebied.

De middeleeuwse grachten in sleuven 6 en 11 wijzen erop dat het landschap reeds in de 11de eeuw in cultuur gebracht is. Mogelijk staan deze gronden onder invloed van de Abdij Ter Doest.
Sporen 6 en 7 in sleuf 22 bevatten de grootste en meet gevarieerde hoeveelheid scherven. De vulling van de sporen bevat behalve twee importen in zgn. Paffrath uitsluitend scherven grijs aardewerk. Het betreft voornamelijk fragmenten van kogelpotten, maar ook een bakpan en enkele kommen. Het ontbreken van manchet- , blok- , of sikkel- randen en de afwezigheid van rood aardewerk, in combinatie met de aangetroffen randtypes en importen, laat toe de meerderheid van deze context in de (vermoedelijk 2de helft) van de 11de eeuw te dateren. Enkel de bakpan (type L80A) is in de 13de eeuw te dateren.