Het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van een voorgenomen bouw van een kantoor- en bedrijvengebouw met bijhorende parkeerruimtes en groenzones.
Interessant is dat de huidige opgraving samen met de andere opgegraven zones op het industrieterrein enig inzicht biedt in de landschapsinrichting tijdens de IJzertijd/Vroeg-Romeinse periode.
Allereerst werden twee vierpalige spiekers aangetroffen met een AMS (massaspectrometrie) 14C-datering in de Midden/Late IJzertijd. Deze behoren mogelijks tot een hoeve uit de ijzertijd. Verder bevond zich nabij de oostelijke putwand een mogelijk brandrestengraf dat gezien haar vulling en omvang waarschijnlijk in de Late IJzertijd/Vroeg-Romeinse periode te dateren is. Het lichaam werd elders gecremeerd en (een deel van) het botmateriaal werd vermoedelijk in deze kuil gedeponeerd.
Binnen het plangebied werden ook nog verschillende kuilen aangetroffen, de ene wat vager dan de andere, waarvan in één kuil drie potten en een schaal gedeponeerd werden. De aardewerkstudie toonde aan dat het om een bewuste depositie ging, eerder dan om het dumpen van afval. De gegladde waar met versiering in gegladde kerflijnen behoort niet tot het standaard nederzettingsafval en lijkt goed vergelijkbaar met de schaal aangetroffen in zone I. Ook de pot met doorboringen doet vragen rijzen. Een mogelijkheid is dat de gaten in de pot werden geboord ten behoeve van depositie, zodat deze niet hergebruikt kon worden. Een andere mogelijkheid is dat de gaten wel een functionele betekenis hadden, die op dit moment niet geduid kan worden.
Tenslotte werd het terrein begrenst door een dubbel greppelsysteem waarin enkele handgevormde scherven werden aangetroffen. Ook deze greppel werd in de IJzertijd/Vroeg-Romeinse periode gesitueerd.