Aan de noordnoordoostoever van het ven Monnikswijer, op het militair domein van Houthalen-Helchteren, werden in februari 2015 lithische artefacten aangetroffen tijdens een veldprospectie. Deze bevonden zich op een terrein van ca. 0,3 ha dat in opdracht van het agentschap voor Natuur en Bos (ANB) werd geplagd in functie van heideherstel. Onder de vondsten bevonden zich 9 stukken in ftaniet, ingezameld op een oppervlakte van nauwelijks enkele vierkante meters. Een terreinbezoek op 24 april 2015 leverde opnieuw talrijke oppervlaktevondsten op, en wees er tevens op dat de plagwerken winderosie van de vindplaats hadden geïnitieerd. In het licht van deze bedreiging onderzocht het agentschap Onroerend Erfgoed de vindplaats in juni 2015 als toevalsvondst, maar in samenspraak met ANB met een reguliere opgravingsvergunning.
Er werden twee artefactconcentraties rijk aan vondsten in ftaniet opgegraven, de rest van de geplagde oppervlakte werd door middel van veldkartering in kaart gebracht.
De twee opgegraven artefactconcentraties leverden 3013 lithische artefacten en 386 brokstukken in natuursteen (vermoedelijk kwartsitische zandsteen) op. Zowel de artefacten als hun ruimtelijke context waren zeer goed bewaard in een goed ontwikkelde podzolbodem. De verdeling van de grondstoffen verschilt: concentratie 1 bevat een meerderheid van stukken in ftaniet (n = 700), naast 623 artefacten in vuursteen, terwijl concentratie 2 duidelijk meer vuursteen (n = 1104) dan ftaniet (n = 132) bevat. In beide concentraties vormen artefacten in wommersomkwartsiet een goed vertegenwoordigde minderheid (respectievelijk 239 en 214 stukken). Concentratie 1 bevat ten slotte één enkele afslag in kwartsiet van Tienen.
Onder de geretoucheerde artefacten komen naast verschillende gemene werktuigen voornamelijk microlieten voor. Samen met de aanwezigheid van een kerfrest en het grote aandeel wommersomkwartsiet, wijst dit op een mesolithische occupatie. Enkel een gesteelde pijlpunt is duidelijk uit een latere periode afkomstig.
De veldkartering van de rest van het terrein werd systematische en herhaaldelijke over de volledige geplagde zone uitgevoerd. Dit leverde in totaal 655 oppervlaktevondsten op. Hierbij viel op dat de artefacten vaak geclusterd voorkwamen met een sterk overwicht van specifieke grondstoffen. De oever van de Monnikswijer lijkt dan ook een relatief dense serie van vondstenconcentraties te bevatten, waarvan de ruimtelijke context zeer goed bewaard is.
Oppervlaktevondsten uit zowel de nabije als wijdere omgeving tonen aan dat deze vindplaats deel uitmaakt van een zeer uitgestrekte en goed bewaarde steentijdsite. Naast vondsten in vuursteen, wommersomkwartsiet, kwartsiet van Tienen en natuursteen, valt het hoge aantal artefacten in ftaniet op. Deze matzwarte steensoort is ook gekend van andere vindplaatsen, maar dan in veel kleinere hoeveelheden. Deze vindplaats te Meeuwen is dan ook uniek, en biedt de mogelijkheid om de bewerking, het gebruik en het transport van deze specifieke grondstof verder te onderzoeken.
Tracéolab (Universiteit Luik) voerde in 2020 een functioneel onderzoek uit op een selectie van de opgegraven artefacten.
Auteurs: Van Gils, Marijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Er werden 3013 lithische artefacten en 386 brokstukken in natuursteen (vermoedelijk kwartsitische zandsteen) opgegraven. Deze maakten deel uit van twee vondstenconcentraties die nagenoeg integraal werden ingezameld. Enkel de vuurstenen vondsten van concentratie 1 lijken slechts een onderdeel van een artefactconcentratie die zich verder naar het zuiden uitstrekt en daar dus nog in situ bewaard blijft. Zowel de artefacten als hun ruimtelijke context waren zeer goed bewaard in een goed ontwikkelde podzolbodem.
Daarnaast werden door middel van veldkartering 655 oppervlaktevondsten ingezameld op verschillende momenten, waaronder systematische en herhaaldelijke prospectie van de volledige geplagde zone. Hierbij viel op dat de oppervlaktevondsten vaak geclusterd voorkwamen met een sterk overwicht van specifieke grondstoffen. De oever van de Monnikswijer lijkt dan ook een relatief dense serie van vondstenconcentraties te bevatten, waarvan de ruimtelijke context zeer goed bewaard is.
Er werden 832 artefacten in ftaniet opgegraven, verspreid over twee artefactconcentraties. Dit is veruit de grootste hoeveelheid vondsten uit deze grondstof die ooit op één vindplaats werden aangetroffen, wat het ensemble uniek maakt. De artefacten zijn bovendien zeer goed bewaard.
Is deel van
Steentijdsites In Den Damp
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Monnikswijer [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/218488 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.