waarneming

Bocholter Graven

archeologisch element
ID
218565
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/218565

Beschrijving

De zogenoemde Bocholter Graven vormen een landweer bestaande uit een serie grachten, op de grens van Belgisch Bocholt en Nederlands Stramproy en vormen een belangrijk archeologisch relict op een bestuurlijk strategische plek. De Graven situeren zich op een langgerekte west-oost verlopende zandrug, die de verbinding vormt tussen Bocholt en Stramproy/Weert. Het complex kent een duidelijke kromming (ellipsvormig) met de punt richting het oosten, wat er op kan duiden dat ze vanuit Bocholter perspectief zijn aangelegd. De Bocholter Graven zijn in reeds uitgevoerde studies opgedeeld in de westelijk gelegen “Graven” (bestaande uit vier grachten) en de oostelijker gelegen “Graft” (bestaande uit één diepe gracht, mogelijk met een tweede gracht).
Voor de diepte werd uitgegaan van maximaal circa 2 meter. Om de Bocholter Graven in situ te behouden en voor het publiek te ontsluiten, was verder
archeologisch onderzoek nodig in de vorm van een landschappelijk booronderzoek, aangevuld met profielputten. Hieruit bleek dat de bodemopbouw buiten de grachten zich hoofdzakelijk kenmerkte door een zeer beperkte mate van profielontwikkeling (AC-profiel), wat bevestigde dat
het gebied in het verleden is geëgaliseerd, waarbij de bovengrond is afgeschoven richting de lagere terreindelen. Alleen in het uiterste noordoosten, tegen de Napoleonsdijk, zijn vrijwel intact humuspodzolgronden gevonden met een humusinspoelingslaag (B-horizont).

De grachten onderscheiden zich doordat het schone zand plots diep wegduikt en sprake is van een gelaagde vulling. De “Graven” bestonden uit twee grachtparen met een wal tussen elk paar en de “Graft” bestond uit één grachtenpaar. De grachten kennen (voor zover onderzocht) alle een redelijk gelijkaardige opbouw. Ze waren aan het maaiveld tussen de 3 en 6 meter breed, met een circa 2 meter brede en relatief vlakke bodem die zich situeerde rond 34,5 m TAW. Die vlakke bodem suggereert dat de grachten (tenminste periodiek) watervoerend waren. Dat wordt bevestigd door het feit dat de grachten tot in het gereduceerde zand waren ingegraven en de waarneming van spiraalvormige patronen en spitsporen, die er samen op wijzen dat waterverzadigde grond is vergraven en weer van de schep is gevloeid.

In de profielsleuven is gedocumenteerd dat onder een relatief recente dempingslaag (als gevolg van egalisatie) een duidelijk gelaagde opbouw voorkomt, met een afwisseling van humeuze en zandige lagen. Elke humeuze laag heeft enige tijd de bodem van de gracht gevormd, waarop organisch materiaal van de omringende vegetatie zich kon ophopen. Pollenanalyse hiervan kan inzicht geven in de vegetatie in de verschillende fasen van de landweer. De zandige lagen zijn daarentegen de weerslag van materiaal waarmee de grachten zijn dichtgeslibd. Het is vermoedelijk van de wallen afgespoeld of gewaaid, waarschijnlijk in tijden van verminderd strategisch belang. OSL-datering kan hier uitsluitsel over geven. Dat het strategisch belang later ook weer toenam blijkt uit het feit dat de grachten in een latere fase zijn uitgediept. Een waargenomen struikelkuil ten oosten van de Graft bevestigt de verdedigingsfunctie die aan de landweer moet worden gekoppeld.
Het onderzoek heeft globaal inzicht gegeven in de vorm en omvang van de Bocholter Graven. Ten dienste van de publieke ontsluiting kan verder onderzoek uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld naar de monsters, maar ook verder veldonderzoek kan extra informatie geven over de vorm en
stoffering van de landweer, om zo te kunnen komen tot een nauwgezette (digitale) reconstructie.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: RAAP Nederland (RAAP)

Landweer

Datering: nieuwe tijd
Typologie: grachten (verdedigingselementen), linies, wallen (verdedigingselementen)
Context: zandruggen
Gebeurtenis:

Beschrijving:

Struikelkuil

Datering: nieuwe tijd
Typologie: kuilen
Context: zandruggen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Bodemspoor ontdekt bij proefputtenonderzoek, buiten het grachtsysteem gelegen.
Buiten het grachttracé van 'De Graft': ronde kuil (ca. 40 cm doorsnede en nog 15 cm onder sleufoppervlak) met vulling gelijkaardig aan deze van de gracht. Te interpreteren als 'struikelkuil' (= extra verdedigingsmiddel om ruiters te paard de doorgang te belemmeren) en niet als plantgaten zoals bij een eerder onderzoek opgeworpen.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bocholter Graven [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/218565 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.