omvat de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 15731
Deze aanduiding is geldig sinds
Er werden tijdens het archeologisch onderzoek in de vorm van een vlakdekkende opgraving sporen teruggevonden het wegennet in de Maasvallei in de Romeinse periode. Zo werd er namelijk parallel met de huidige Heirstraat een deel van de Romeinse weg aangesneden die zich tussen Tongeren en Nijmegen bevond. Bewoningssporen uit de Romeinse periode ontbreken. Haaks op de weg werd evenwel een gebouw aangetroffen dat in de volle middeleeuwen te situeren is. Een 14C-datering van het houtskoolstaal uit de insteekkuil van één van de middenstaanders leverde een datering op rond 1100. Ook het vondstenmateriaal uit de paalkuilen wijzen in die richting (m.n. Maaslands aardewerk, 10de-12de eeuw). Dit geeft aan dat de Romeinse weg wellicht over een lange periode, zelfs tot in de middeleeuwen, in gebruik geweest is. Op het achterliggende weiland werd een gebogen gracht aangetroffen dat op basis van het vondstenmateriaal eveneens in de volle middeleeuwen (ca. 10de-12de eeuw) gesitueerd kan worden. Deze gracht kan mogelijk geïnterpreteerd worden als een afbakeningsgracht van een terrein, aangezien de gracht een bocht maakt. Anderzijds kan het ook zijn dat de gracht is aangelegd voor de afwatering van het gebied, en dan vooral om in het natte, alluviale milieu van de Maas de nabijgelegen (Romeinse) weg en bijhorende bewoning droog te houden, zelfs bij een hoge waterstand van de nabijgelegen rivier. De Groenstraatbeek/Wiemerbeek -net ten oosten van het onderzoeksgebied- gaat volgens Paulissen terug op de Romeinse Maas. De bovengenoemde gracht leidde mogelijk het overtollige water af naar deze oude Maasbedding toe.
In het noordwesten van het onderzoeksgebied werd een deel van een afbakeningsgracht aangetroffen. Deze gracht werd eveneens voor een deel onderzocht tijdens het onderzoek uitgevoerd door het Agentschap Onroerend Erfgoed op het aanpalende terrein. De grachtvulling bevatte aardewerk uit het laatste kwart van de 12de tot ten laatste het begin van de 13de eeuw. Ook tijdens onderhavig onderzoek werd vergelijkbaar materiaal uit de gracht gerecupereerd.
Statistisch gezien kan de bekomen datering van het gebouw (H1) samengaan met de vondsten uit deze gracht en is het perfect mogelijk dat het gebouw en de gracht gelijktijdig zijn (oudhouteffect).
Naast de bewoningssporen werd ook één begraving aan het licht gebracht. Het betreft een crematiegraf dat op het achterliggende terrein werd aangetroffen. Aangezien er slechts één graf werd aangetroffen lijkt het weinig waarschijnlijk dat er zich een grafveld bevond, al kunnen er zich ook nog graven bevinden ten zuiden van het onderzoeksgebied. De datering van het crematiegraf is onduidelijk. De 14C-analyse op het botmateriaal leverde geen datering op wegens de slechte bewaring ervan.
Auteurs: Claesen, Jan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ARCHEBO bvba
Beschrijving:
Spoorcombinatie S5/6 werd initieel als een dubbele gracht aanzien, maar het is mogelijk dat het om een weg uit de Romeinse tijd zou kunnen gaan.
In de overige sporen, kuilen en paalkuilen, werd geen dateerbaar materiaal aangetroffen.