is deel van de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 10327
Deze aanduiding is geldig sinds
Naar aanleiding van de geplande aanleg van een verkaveling ter hoogte van enkele percelen aan de Nijverheidstraat te Ingelmunster (provincie West-Vlaanderen) voerde een team van Monument Vandekerckhove nv van 7 oktober tot 20 november 2013 een archeologische opgraving uit op het terrein. De oudste vondsten zijn vuurstenen artefacten en scherfjes aardewerk die dateren uit de steentijd. Daar waar, alvast een deel, van de silexen lijkt te dateren uit het mesolithicum, kan het aardewerk verbonden worden met de zogenaamde Klokbekercultuur uit het laat-neolithicum. Alle steentijdvondsten werden gerecupereerd uit secundaire contexten. Deze vondsten bevestigen aldus de aanwezigheid van steentijdvindplaatsen binnen het plangebied, alsook de lage densiteit en de beperkte gaafheid van deze vindplaatsen. De meeste sporen die werden aangetroffen dateren uit de late ijzertijd/vroeg-Romeinse periode. Het betreft nederzettingssporen in de vorm van paalsporen en kuilen. Er konden verschillende gebouwstructuren herkend worden, waaronder verschillende vier- tot zespalige spiekers, maar ook twee grotere gebouwen die opvielen door hun ongebruikelijke plattegrond. Eén ervan was een circulaire structuur tussen een reeks windvallen. Deze inplanting lijkt te wijzen op een landelijk heiligdom, waarbij duidelijke gelijkenissen op te merken zijn met gekende heiligdommen in N-Frankrijk. Een andere opmerkelijke vondst is een laatmiddeleeuwse 'landweer'. Deze verdedigingsstructuur uit de 14de-15de eeuw was deels opgebouwd uit een centrale wal, geflankeerd door droge grachten, en deels uit een droge gracht met palissade ervoor. Dergelijke structuren zijn in ons land amper gekend, maar in Nederland en Duitsland zijn veel parallellen te vinden. Een aantal schuttersputten en andere kuilen kunnen dan weer gekoppeld worden aan de beginfase van de Tweede Wereldoorlog, meer bepaald aan de zogenaamde 18-daagse veldtocht in mei 1940. Historische bronnen lijken dit te bevestigen.
Auteurs: Brion, Marc
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
In een aantal sporen werden intrusieve dunwandige scherven met spatel- en kerfversieringen aangetroffen.
De versiering op de wandscherven is typisch voor de Klokbekercultuur. Deze bestaat uit 2 horizontale rijen van verticale inkepingen, afgelijnd met horizontale groeflijntjes.
Sterke fragmentatie van de scherven.
Beschrijving:
Een dubbele grachtstructuur in het zuiden van het onderzoeksgebied werd geïnterpreteerd als een verdedigingsstructuur en meer bepaald, een landweer of landgraaf. Deze werd aangelegd ter bescherming van een landstreek of dorp. Ze bestond doorgaans uit een centrale wal, geflankeerd door droge of natte grachten, soms gecombineerd met palissades en struikelgaten.
De breedte van de gracht bedroeg 1m20 en had een getrapt profiel.
De afstand tussen beide grachten bedroeg 1m30 en neemt toe tot een maximale afstand van 4m aan de oostelijke begrenzing van het projectgebied.
Uit de grachtstructuren werd heel wat vondstmateriaal verzameld. Het betreft gebruiksaardewerk, baksteenbrokken, tegelfragmenten, mortelbrokjes, stukken natuursteen, metalen voorwerpen, fragmentjes glas, dierlijk bot en steenkool.
Vermeldenswaardig is de vondst van een ijzeren draaisleutel.
Beschrijving:
Het grootste deel van de sporen kan in de overgangsperiode late ijzertijd/vroeg-Romeinse periode geplaatst worden. Deze sporen werden over het ganse plangebied aangetroffen in wisselende densiteit. Het betreft in hoofdzaak paalsporen, waarbij verschillende gebouwplattegronden konden ontwaard worden. Daarnaast lijken ook een aantal kuilen thuis te horen in deze periode. Grachten, greppels en waterputten zijn volledig afwezig. Op de site werden ook meerdere windvallen aangesneden. Uit vrijwel alle windvallen werd aardewerk gerecupereerd dat lijkt aan te sluiten bij het aardewerk dat aangetroffen werd in de paalsporen en kuilen.
Er werden verschillende gebouwen en bijgebouwen herkend waaronder een aantal vier- tot zespalige spiekers. 1 plattegrond vertoont vrij grote gelijkenissen met Keltische cultusgebouwen die gekend zijn uit o.a. N-Frankrijk, wat doet vermoeden dat er bij deze structuur eerder moet gedacht worden aan een rituele functie. Dat vermoeden wordt versterkt door de inplanting van het gebouw te midden van vier bomen.
C14-datering: Late IJzertijd (ca. 350–50 v.C.), met oudere residuele dateringen (bronstijd, neolithicum).
Beschrijving:
Schuttersputten uit WO II
Een aantal recent ogende ovale tot rechthoekige kuilen, meestal circa 1m20 op 45cm groot, met vlakke bodem werden geïnterpreteerd als WO II schuttersputten. Dit werd gestaafd door de vondst van en de vondst van munitiepatronen in en rond de kuilen. Twee groepen van drie schuttersputten, met aansluitend nog een langwerpige schuttersput, lijken samen een opgestelde noord-zuid georiënteerde linie te vormen.
De identificatie van de kogels toont aan dat deze werden aangelegd en bemand door het Belgische leger in 1940. De afgevuurde hulzen wijzen op effectieve gevechten.
Beschrijving:
Het litihisch materiaal bevond zich verspreid over het terrein zonder concentraties.
In totaal werden samen met het vooronderzoek 87 litihische artefacten verzameld.
6 artefacten konden thuis gebracht worden in het mesolithicum. De overige zijn wellicht jonger: neolithicum en ijzertijd.
Er werd geen mijnsilex aangetroffen.