De aangetroffen bakstenen muren en muurfunderingen, inclusief de kelder en waterput, behoren duidelijk tot twee kleine arbeiderswoningen die deel uitmaakten van een huizenrij van negen, zichtbaar op de Atlas der Buurtwegen en de Popp-kaart. Ze werden in de eerste helft van de 19de eeuw opgericht. Het grondplan van de woningen op de kaarten komt overeen met de aangetroffen grondplannen op het terrein.

De huisjes bevinden zich langs de Advokaatstraat vlakbij het steegje dat later, na het afbreken van deze huisjes, wordt uitgebreid tot de Esperantostraat. De beeldbank van de gemeente Boom leverde een foto op uit 1951 waarop de afgebroken huisjes nog zichtbaar zijn. Het afbreken van de huisjes moet gebeurd zijn rond 1954.

De gevelbreedte van de woningen was 4,5m en de lengte 7,5m. De diepte van de percelen tot aan de achterste tuinmuur bedroeg circa 13m. Vanaf de straatzijde gezien hadden deze twee huisjes een voorste kamer van waaruit men in een kleine ruimte kwam. Vanuit deze ruimten vertrok een bakstenen trap richting (kruip)kelder. De kelders van beide huisjes hadden een gemeenschappelijke ovale water- of beerput uit baksteen. 

De vondsten zijn te situeren in de 19de tot de eerste helft van de 20ste eeuw en kunnen duidelijk gerelateerd worden aan de bewoning van de huisjes.

Opgravingen van dergelijke arbeiderswoningen uit deze periode gebeuren zo goed als nooit. Over deze periode is er buiten de schriftelijke bronnen dan ook weinig gekend. Toch kan de informatie die uit dergelijk onderzoek gehaald wordt ons in de toekomst een beeld geven van de activiteiten, de leefomstandigheden, eetgewoonten en de materiële cultuur van de bewoners van dergelijke woningen in de 19de en 20ste eeuw.